DITMAAL WAT KATTENBELLETJES

MUIZENGELUK

't Geluk", zei een muisje

zit soms in een kastenlaadje

En zij maakte daarin een heel klein gaatje

Weldra kreeg zij een metgezel

Nu u begrijpt de uitkomst wel

De muis kreeg daardoor vele muizenkinderen

En dat kon men niet verhinderen

Totdat deze familie door mijn zoon werd betrapt

Die zei: "wat heb je nu gelapt"

Hij maakte korte metten met dit muizenpaar

Want hij zag in de uitbreiding een gevaar

Zo maakte hij wel wat geluk stuk

Maar bij ons was het een geluk bij een ongeluk

  

DE LEKKERBEK

Ik had wel trek in een lekkerbek

En het kwam in mijn kraam te pas

Dat er een viskraampje was

De lekkerbek smaakte lang niet gek

En weet je wat ook grappig was

Dat toen ik mezelf van de kraam afwendde

Mezelf als een lekkerbek herkende.

 

 

 

i