De Zonnige Hoek

maandag 10 oktober 2011

EEN TUSSENDOORTJE

Ik had trek in een lekkerbek

En het kwam in mijn kraam te pas

Dat er een viskraampje was

Ik kocht daar een lekkerbek

En die smaakte lang niet gek

En ik was er best mee in mijn sas

En weet je wat wel grappig was

Toen ik me van het kraampje  wendde

Mezelf als een lekkerbek herkende

 

Ik had contact met de slager

Hij was verre van mager

Hij hield ook van een hartige hap

En dat vond ik toch wel knap

Zei: "als ik een visboer zie

Ga ik dadelijk door de knie

En een vers broodje bij de bakker"

Ook daarmee maakte hij mij wakker

Ik zei: "ja met echte boter

Dat maakt het genot nog groter"

Zo genoten we samen als een kind

En waren daarmee eensgezind

Dit was begrijpelijk want:

Wij waren in een LUILEKKERLAND.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage