De Zonnige Hoek

donderdag 3 april 2014

DE VERWERKING VAN JOB 2

Al zijn kinderen zijn in een nacht omgekomen

En ook zijn vee en huis zijn van Job afgenomen

Het was moord met voorbedachte rade

Nu zou het goede wel bezwijken voor het kwade

 

De vijanden, de stormramp het bliksemvuur

Leken de daders ter elfder uur

En de satan bleef op de achtergrond

Wreef zich in de handen, de zaak was rond

 

Maar wat de satan dacht, gebeurde niet

Job knielde in aanbidding met zijn verdriet

En deze uitspraak is op zijn lippen gekomen

"God heeft gegeven, God heeft genomen"

 

Zijn vrouw vond het leven nu een hel

Zei: "Zwijg toch Job en zeg God vaarwel"

Maar Job zei: "ik kan die gedachten verachten

Wij hebben het goede als het kwade te verwachten"

 

Maar de satan kwam weldra in de weer

Jobs gezondheid moest eraan dit keer

Zij huid werd bedekt met zweren, onooglijk om te zien

Zou hij nu God vaarwel zeggen misschien?

 

Maar al gaf dit lijden ontzeggelijk verdriet

Job zweeg en zondigde met zijn lippen niet

Met een potscherf krabde hij zijn wonden

Wie had dit leed naar hem gezonden?

 

"Waarom o God, moet ik dit lijden ondergaan

Zo is het met mijn leven gauw gedaan

in het graf zal ik weldra nederdalen

O God, waar kunt u dit toch op verhalen?"

 

Bitter werden de woorden nu uit ''d ellende

Bleef zich toch bij God om bescherming wende

"O God, wil mij toch horen

Waarom ben ik toch geboren?"

Wordt vervolgd:

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage