10 Mei 1940

Het was nog vroeg in de morgen.

Toch was het niet stil op straat.

En mijn zusjes en ik werden naar beneden gehaald van uit onze slaapkamer.

Maar het was nog geen tijd om op te staan, zodat de grotere broers en zusters mijn vader hielpen om wat matrassen naar benden te brengen. En weldra lagen wij

als vijf zusjes in het zijkamertje beneden op de grond.

Wat was er toch aan de hand?  Oorlog zeiden ze, maar wat een oorlog inhield wisten wij niet. Het enige wat wij vreemd vonden was het geluid van veel vliegtuigen.

En of het dezelfde dag geweest is weet ik niet meer, maar op een rijtje gingen we met z'n allen naar de schuilkelder.

Ik had nog een klein zusje die nog een flesje kreeg en een van mijn zusters mocht dit thuis gaan vullen. Ik mocht mee.

Eigenlijk was het best gevaarlijk want wij hoorden dat

en een bom gevallen was en een meisje achter in onze straat dodelijk getroffen was door een scherf.

Wij zijn niet lang in de schuilkelder geweest.

Toen er een vreselijke brand kwam in Rotterdam, waar wij de rook zelfs zagen in ons dorp Pernis.

De binnenstad van Rotterdam ging in vlammen op.

En toen er door de vijand gedreigd werd dat andere steden hetzelfde lot zouden ondergaan heeft Nederland zich overgegeven en waren wij bezet gebied.

Als zevenjarige heb ik weinig dingen bewust meegemaakt en begreep ik de ernst niet helemaal . Al zijn er wel dingen blijven hangen natuurlijk.  

Naderhand heb ik veel boeken gelezen over oorlogen. Zelfs zoveel dat ik er een afkeer van kreeg en dit jaren daarna heb gemeden.

Maar ja, of je je ogen er nu voor sluiten wil, een oorlog kun je niet meer wegdenken.

Oorlog en oorlogsgeruchten lijken wel een beeld te zijn wat bij ons hoort.

Maar een ding is zeker, God heeft ons niet geschapen om oorlogen te voeren. De Bijbel beschrijft de oorlog als een groot kwaad .

ik ga daar morgen verder op in.