GERECHTIGHEID (1992)
Op een Zondag zat ik in de trein
De restauratiewagen was mijn terrein
Daar zaten wat jongelui van het mannelijk geslacht
Ik schatte het op een man of acht
Verschillenden hadden wel wat op hun geweten
Want diversen hadden in de bak gezeten
Een was er die iemand op zijn hoofd had geslagen
Wat was de reden wilde ik hem vragen
Maar voor ik die vraag had gesteld
Had hij het zelf al verteld
"Iemand ging op mijn gipsbeen zitten en dat brak"
Nu dat kun je toch niet spreken van een gemak
Een ander had een diefstalletje gepleegd
Ik weet echt niet wat er zwaarder weegt
Ik hoorde dit op een afstandje aan
En heb toen zelf een duit in het zakje gedaan
'k Ben naar een psychiatrisch ziekenhuis geweest
Nu daar is het ook niet altijd feest
De een heeft een grote eenzaamheid te verwerken
Een ander is geplaagd bij het dagelijkse werken
En dan vraag ik, na zo''n bezoek
Wie krijgt er de gard en wie krijgt de koek?
De jongelui voelden zich nu op hun gemak
Zij zaten kennelijk in het zelfde vlak
Zeiden: ja, gerechtigheid moet er zijn
Dat vinden wij ook fiijn
Voordat zij de trein uitstapte
stopte zi een "Mars" in mijn handen
En even dacht ik, ja 't is schande
Ben ik nu soms een heler?
Ja, dacht ik daarna, het kan nog gekker
Ik at hem op en hij was lekker.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage