De Zonnige Hoek

woensdag 29 januari 2014

OVER SCHAPEN GESPROKEN

In onze jeugd zongen velen een liedje voor zij slapen gingen, waarvan de laatste regels luidden: "Laat mij van Uw grote kudde toch een heel klein schaapje zijn."

Toen we een schaap werden bleef het nog weleens achterwege. Of we gebruikten andere woorden.

De eerste zin  heb ik uit een boek van Maarten 't Hart:

DE SCHRIFT BETWIST.

Maarten was een schaapherder, dat wil zeggen dat hij nog weleens op de schapen van een bevriende boer paste.

Ook ik ben niet onkundig wat schapen betreft, omdat wij een poosje op een boerderij gewoond hebben in Drenthe en wij daar ook op een schaap moesten passen.

Dat kwam zo. Wij hadden daar een behoorlijk stuk grasland achter ons huis, wat eigenlijk regelmatig gemaaid moest worden. Maar dit zagen we niet zo zitten omdat de grond heel hobbelig was.

Een schapenboer uit de buurt bood ons een schaap aan in ruil voor het gebruik van de schuur, waar hij zijn gereedschap kon plaatsen.

Maar het schaap tierde niet echt, het liep maar te blaten

om zijn vrouwtje en probeerde weg te lopen.

Dus werd er met hulp van een actieve zwager een behoorlijk hekwerk geplaatst.

Gelukkig hoefde het schaap niet heel de winter bij ons te blijven want de boer bood het schaap gratis onderdak aan.

Toen Bonti, want zo hadden we het schaap genoemd, terug kwam bleek zij drachtig te zijn. En zo mochten we het beleven dat we bij de bevalling waren van een nieuw schaapje.

Het was voor ons een sensatie en ik zei tegen mijn man:

Het is geen wonder dat de schrijfer Anne de Vries, want die heeft in die omgeving gewoond, zulke leuke kinderboekjes kon schrijven over de natuur. Je waant je toch in een andere wereld.

Wordt vervolgd:

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage