DE VERLOREN ZOON

Een man had twee zoons

De een zei:

"Vader ik wil gaan reizen

Geef mij geld en goed

'k Ga naar verre landen

Daar is overvloed

'k Wil niet langer wachten

'k Ga de wereld in"

 

Ik citeer nu een lied van Johannes de Heer

Wij hebben vroeger dit lied veel gezongen

't Sloeg toen in biij ouden en jongen

 

Maar het ging de jongste zoon wel wat slecht

Want hij kwam teslotte bij de varkens terecht

Daarna heeft hij wel boete gedaan

En is weer naar zijn vader gegaan

 

De andere zoon was altijd thuis gebleven

Trouw en gehoorzaam te zijn was zijn streven

Zijn geld had hij niet verbrast, maar was gewend te sparen

Stond wel vreemd te kijken

toen zijn broer weer thuis kwam na jaren

 

Hij vond het wel vreemd  dat toen zijn broer aan kwam

Zijn vader hem in zijn armen nam

Voor hem kwam er een prachtig kleed

En stond er weldra een heerlijke maaltijd  gereed

 

De broer dacht, waar is dat nou voor nodig

Hij vond dat gewoon overbodig

Maar zijn vader was blij dat zijn zoon was bekeerd

Heeft hem daarom met een gouden ring vereerd

 

En in de hemel waren de eingelen zeer verheugd

Er was grote blijdschap en diepe vreugd

Dit is een gelijkenis,

maar ik denk dat het ook in deze tijd doeltreffend is.