DE ARKJES   (uit de oude doos)

Nabij het woonwagenkamp lagen wat bootjes

in de haven, arkjes genoemd .

Een van de inwoners was Harm Tromp, die bij ons op

de woonwagenclub was.

Ik denk dat hij een jaar of tien geweest is.

Behalve vertellingen door de leider en leidster

werd er veel aan handenarbeid gedaan.

Een van de jongens was al weken aan het figuurzagen

Harm die wat obstinaat was die dag, kwam langs en pakte

het stuk hout en brak het zo door midden.

Meester Bezemer, die toen hoofdleider was van de woonwagen

Club werd witheet en sommeerde hem naar

buiten te gaan, toen dit niet gauw gebeurde

werd hij beetgepakt en de deur uitgezet van het clubgebouw.

De andere week kwam hij niet meer opdagen.

Toen stapte Meester Bezemer  op de fiets en ging naar de arkjes.

Harm zijn vader was aan het verven en keek vreemd op.

Toen meester Bezemer  vroeg: Waar is Harm, schoot hij als

 een duveltje uit een doosje en zei: “

"Harm komt niet meer naar de club, hij is verleden week door

 een van de meesters  eruit gegooid".

En met een dreigende toon zei hij:

“als ik die meester te pakken krijg is hij nog niet jarig”

Toen antwoordde meester: “gelooft u in sprookjes?”

“Hoezo?”

 Wel bij sprookjes komt er nog weleens een wens uit

en ook bij u is de wens uitgekomen.

De vader van Harm was met stomheid geslagen en toen meester

 de ware toedracht vertelde keerde  hij zich als een blad van een  boom om.

“Meester” zei hij:” u hebt groot gelijk gehad, want Harm is geen lieverdje

en  geeft u hem maar gewoon op zijn kop als hij dit verdiend”.

Daarna kwam Harm weer op de club.

Maar hij moest wel in de gaten gehouden worden.

Meester moest regelmatig een briefje schrijven hoe hij zich op de club gedragen had.

Nadien zijn er geen nare dingen meer gebeurd op de club zover ik me kan herinneren.

Toen hij een jaar of achttien was kwamen ze elkaar weer tegen in de tram bij Voorschoten

Hij was bij de marine terecht gekomen. En zij ontmoeten elkaar als vrienden.

Ja, zo kan het ook.