De Zonnige Hoek

donderdag 21 januari 2016

GERECHTIGHEID

GERECHTIGHEID

Op een keer zat ik in de trein
De tweede klas was mijn terrein
Daar zaten wat jongelui van het mannelijk geslacht
Ik schatte het op een man of acht
Verschillende hadden wel wat op hun geweten
Want diverse hadden in de bak gezeten
Een was er die had iemand op z’n hoofd geslagen
Wat was daarvan de reden wilde ik hem vragen?
Maar voor ik die vraag had gesteld
Had hij het zelf al verteld
Iemand ging op mijn gipsbeen zitten en dat brak
Nu dan kun je toch niet spreken van een gemak
Een ander had een diefstalletje gepleegd
Ik weet echt niet wat er zwaarder weegt
Ik hoorde dat op een afstandje aan
En heb toen zelf een duit in het zakje gedaan
Ik ben naar een psychiatrisch ziekenhuis geweest
Nu daar is het ook niet altijd feest
De een heeft  een grote eenzaamheid te verwerken
Een ander is veel geplaagd bij het dagelijkse werken
En dan vraag ik na zo’n bezoek:
"Wie krijgt er de gard en wie de koek?"
De jongelui voelden zich op hun gemak
Zaten kennelijk op hetzelfde vlak
Zeiden: “ ja gerechtigheid moet er zijn
Dat vinden wij ook fijn”.
Voordat zij uitstapten stopten zij een Mars in mijn handen
En even dacht ik: “Ja ’t is schande
Ben ik nu soms een heler?”
Ja, dacht ik daarna, het kan nog gekker
Ik at hem op en hij was lekker.


0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage