GETHSEMANE

GETHSEMANE

Judas heeft over zijn verradersplannen geen gras laten groeien.
Hoewel veel mensen vol bewondering voor Jezus waren, waren er ook wat hooggeplaatste van het volk jaloers op Hem. Jezus trok teveel aandacht en zij wilde Hem wel uit de weg ruimen.

En Judas was een grote aanhanger van hen.

Voor 30 zilverlingen wilde Judas Jezus wel overleveren.

Nu nog het juiste tijdstip.

Jezus was met zijn discipelen na het laatste Avondmaal naar de tuin

 van Gethsemané gegaan.

Waar Jezus een zware strijd te voeren had.

Hij nam drie van Zijn discipelen wat verder de tuin en zei tegen hen”

“Ik ben vreselijk bedroefd, blijven jullie maar hier en

bidt maar voor Mij”.

Jezus ging zelf verder de tuin in om te bidden

Hij wist wat Hem stond te wachten

En in zijn gebed vroeg Hij aan God of  de bittere beker voor Hem voorbij kon gaan.

Maar hij voegde er aan toe:” Niet mijn wil geschiedde maar die van U”

En ondertussen kwamen de soldaten er aan.

Voorop Judas, die Jezus met een kus begroette.

Jezus gaf als antwoord: “Verraadt Gij mij met een kus?”

Toen nam Jezus zelf het woord en zei tegen de soldaten:

“wie zoekt u?” “Jezus” riepen zij.

En Jezus zei: “Ik ben het”.

Toen gebeurde er iets heel vreemds.

 De soldaten vielen allemaal op de grond.

Zij schrokken daar erg  van. Had Jezus zoveel kracht?

Maar zij stonden weer op en deden Jezus de boeien om en namen Hem mee

naar het paleis van de Hogepriester waar Hij als een misdadiger voor het gerecht zou komen.