WAT IK HOORDE EN ZAG ( 3)

WAT IK HOORDE EN ZAG

Een Drent typeerde het verschil met een noordeling

(iemand uit het noorden van Nederland) als volgt:

Een westerling zet een pan melk op het vuur met een dunne bodem.

Het gevolg, de melk kookt snel maar koelt ook weer snel af.

De noordeling zet een pan op met een dikke bodem

Het duurt wat langer voor dat het kookt, maar het blijft langer warm.

De conclusie is: dat een noordeling wat evenwichtiger (middelmatiger) is

 dan een westerling.

En dat het bij een westerling weleens over kan koken.

Maar… het getij kan keren.

Iemand die de kinderdoop niet naar waarde heeft geschat,

toen hij ouder werd, hoeft niet over gedoopt te worden,

 maar moet zich gewoon bekeren.

In Tilburg stond een grote boom, maar was op sterven na dood

Na rijp beraad besloot men om de boom maar om te zagen.

Toen de grote takken werden weggehaald en de stam van de boom

met een kraanwagen werd weggehaald zagen zij tot verbazing

dat er vanuit de boom een jonge boom te voorschijn kwam.

Zou dit gebeuren, ook symbolisch op de kerk van nu betrekking kunnen hebben?

Ja, wie weet.