De Zonnige Hoek

zaterdag 13 augustus 2011

NOACH EN DE ZONDVLOED

Zeg wisten jullie al, dat Noach de beste stuurman was aan wal

Hij had een boot gemaakt met pek besmeerd

En tot de mensen zei hij:  ''mensen, jullie doen verkeerd

Jullie luisteren niet naar God en luisteren niet naar Zijn gebod".

Maar de mensen lachten hem uit en zeiden: "sliep uit, sliep uit

Wie maakt er nu op land een boot er is nu toch geen watersnood?"

Maar God had tegen Noach gezegd, "de mensen zijn nu erg slecht

Er komt een grote watersnood en de slechte mensen gaan dan dood

Maar jij Noach, jij mag met je gezin straks de boot wel in

En ook de dieren twee aan twee mogen met de boot dan mee".

Toen de boot was klaargemaakt

Was  het alsof God zelf de dieren had aangeraakt.

Als eerste kwamen de giraffe's aan

Zij bleven even voor de loopplank staan

Staken hun kop vooruit en namen toen een besluit

   

Twee zebra's hadden het ook begrepen

En liepen vrolijk met hun strepen

   

Twee eekhoorns kwamen ook naar de boot

Met in hun poot een lekkere noot

Twee eksters en twee spreeuwen

Twee tijgers en twee leeuwen

   

Twee varkens knorden van plezier

Want ze zagen ook de koe en de stier

Twee uilen kwamen ook in de boot

Twee kikkers kwamen kwakend uit de sloot

   

Twee muizen kwamen er ook aan

Zij hadden net wat gegeten van wat graan

En twee haasjes heel parmant

Bekeken het even van hun kant

   

Daar kwamen ook twee tortelduiven

het was een lieve lust

En ook bij twee kamelen bleek de liefde

nog niet te zijn geblust.

   

Twee pelikanen en twee hanen

En twee kippen riepen: "tok tok tok

Waar is toch onze eigen stok"

   

Twee katten en twee ratten

Twee kangeroes en twee kaketoes

En daar kwamen op hun genak

De schildpad en de slak

 

En dan wie had dit kunnen dromen

Zag je twee olifanten komen

En die oliefanten met hun lange snuit

Vormden gelijk het besluit

   

Toen kwam Noach met zijn gezin

En gingen als laatste de boot in

Toen sloot God zelf de deur toe

En toen begon het te regenen en hoe

 

De regen viel in stromen neer

De wegen leken spoedig op een meer

Ja, dit was voorzegd door Gods knecht.

De mensen riepen nu tot God

Maar 't was telaat dit was hun lot

Zij hadden zich in God vergist

En zo de boot gemist.

Maar Noach en zijn gezin die bleven droog

Al steeg het water nog zo hoog

 

Na veertig dagen en veertig nachten

Bleef de ark op een berg wachten

Toen liet Noach een raaf uit het vensterdak

Misschien vond hij een blaadje aan een tak

De raaf kwam vlug zonder blad terug

   

Na een poosje werd er een duif uitgelaten

Die hield de droge plekken toen in de gaten

Maar alles was nog dor en kaal

Toen wachtte ze weer allemaal

   

Na een poosje is er weer een duif uitgevlogen

Toen ging er een danklied naar de Hoge

Want wat hij warempel in zijn bek?

Een takje met blaadjes lang niet gek

   

Ze mochten nu de boot weer uit

En brachten God een offer tot besluit

Die had hen allemaal bewaard

Iedereen was dankbaar en blij nu op aard

   

En ook de vogels kwinkelierde en zongen

Zowel de ouderen als de jongen

   

De boze mensen waren er niet meer

Dit was de straf van God de Heer

Maar God heeft in straffen geen plezier

Zei: "Ik doe het nooit meer op deze manier

Als teken geef ik je de regenboog".

Toen keken ze allemaal omhoog.

Daar stond de regenboog met zeven kleuren

Zij wisten nu dat het nooit meer zou gebeuren

   

De regenboog is een teken van Gods trouw

Hij zegt daardoor, "Ik houd van jouw".

Dit verbond is nu nog van kracht

En blijft van geslachten tot geslacht.

 

Dit is een bijzonder verhaal uit de Bijbel (vrij door mij verteld)

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage