De Zonnige Hoek

zaterdag 14 april 2012

GERECHTIGHEID

Op een keer zat ik in de avondtrein

Daar zaten wat jongelui van het mannelijk geslacht

Ik  schatte het op een man of acht

Verschillenden hadden in de bak gezeten

En hadden dus wel iets op hun geweten

Eén had iemand op zijn hoofd geslagen

Wat was daarvan de reden, wilde ik vragen

Maar voor ik hem die vraag had gesteld

Had hij de reden zelf al verteld

"Er kwam iemand op mijn gipsbeen zitten en dat brak

Nu dan kun je toch niet spreken van een gemak"

De ander had een diefstal gepleegd

Ik weet niet wat er zwaarder weegt

Ik hoorde dit op een afstandje aan

En heb ook een duit in het zakje gedaan:

"Jongens julle waren best fout

Maar dat laat mij nu wat koud

Ik ben net naar een psychiatrisch ziekenhuis geweest

Nu daar is het ook niet altijd feest

De een heeft een zwaar verlies te verwerken

Een ander is geplaagd bij het dagelijkse werken

En dan vraag ik na zo'n bezoek:

"Wie krijgt er de gard en wie de koek

Ik geef wel een complimentje aan het personeel

Zij verdienen een lintje, dat is niet te veel"

De jongelui voelden zich op hun gemak

Zaten kennelijk op hetzelfde vlak

Zeiden: "ja gerechtigheid moet er zijn

Dat vinden wij ook wel fijn"

Wij reden nog een poosje met elkaar mee

Men was kennelijk wel tevree

Want bij het uitstappen stopten

zij mij een Mars in mijn handen

En even dacht ik, ja 't is schande

"Ben ik nu soms een heler"

Ja, dacht ik daarna, het kan nog gekker

Ik at hem op en hij was lekker.

 

 

"

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage