Het min of meer grappige is dat de reddende engel ook net als de vorige twee engelen, een dominee was.
Het was een heldere dag in mei
De wind was rustig, de zon scheen blij
Ik had een wandeling met de hond gedaan
En kwam weer bij mijn woonhuis aan
Ik stond voor mijn huis, maar wat een kruis
Ik zag mijn sleutel niet meer
Ik zocht in mijn tas, in de zak van mijn jas
Maar hij was er niet, wat een verdriet
'k Zocht nu hevig in mijn brein
Wat de oplossing kon zijn
Misschien kon mijn buurman helpen
Om dit leed te stelpen
Gelukkig was de buurman present
En al was het geen jonge vent
Hij stond zowaar
gelijk al klaar
Met een ijzeren haakje van de kleren
Wilde hij het eerst proberen
Maar zijn technisch inzicht was wat klein
En hij faalde op dit terrein
Toen hij net wilde stoppen
Kwam vrouwlief op de proppen
Vroeg: "is er geen raampje open
Nu dat wilde ik met haar hopen
Vlug polshoogte genomen
Ja, wie had dit kunnen dromen
De buurman (70) jaar was bijzonder kwiek
En deed nu aan bejaardengymnastiek
Hij kroop langs de goot van het dak
En kroop door het raam met gemak
Hij deed weldra de deur van slot
Onder het motto, wat mot dat mot
Mijn dank was groot
Voor deze hulp in nood
Want met deze burenhulp
Kon ik weer in mijn eigen stulp.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage