EEN VAKANTIEVERHAAL UIT DE OUDE DOOS
Op een vakantiedag snorden we langs de wegen
't Was prachtig zomerweer, dus dat viel niet tegen
Om vijf uur hoorden we onze magen knorren
We hielden toen gauw op met snorren
Wij stapten af bij een restaurant
Wat dachten wij, pastte bij onze stand
Ik was heus, gauw klaar met mijn keus
Friet met appelmoes en een kroket
Dit leek me lekker, al was het wat vet
Mijn man nam een bijzonder visgerecht
Dit leek hem niet slecht
Wij zaten samen stil te wachten
Toen kwam mijn gerecht en ik lachte
Maar de vis moest nog worden gestoofd
En was in aantocht werd ons beloofd
Een poosje daarna kwam de serveerwagen
De aandacht van het restaurant vragen
Er stond een prachtige zilveren dekschaal op
Echt voor mensen aan de top
Tot onze verbazing bleef hij bij onze tafel staan
En dat stond mijn man bijzonder aan
Mijn man hield wel van show en vond het prachtig zo
Het deksel werd er voorzichtig afgehaald
Maar toen heeft mijn man toch wel gebaald
Was dit karige deel zijn lekkere eten?
En hij heeft het wel geweten
Want de vis was ook nog gevuld met graten
En daarom kon hij die vis wel haten
Hij zei: "verhip, ik heb liever kip"
Weldra zaten we in een cafetaria
Vonden dit bijzonder fijn
En vergaten de "schone schijn".
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage