Men gelooft tegenwoordig niet meer in de hel
Ik wel
Want echt ik ben niet van steen
En zie de hel om mij heen
Mannen die geen man meer zijn
Laten zich gaan op elk terrein
Nemen nog een groen blaadje voor hun plezier
En de ander laten zij achter als een lastdier
Maar de dames als je hen nog zo wilt noemen
Kun je ook niet altijd roemen
Zij nemen het ook niet meer zo nauw
En een nieuwe metgezel nemen zij gauw
Soms is het een nieuwe vriendin
Die duikt bij hen het bed dan in
En de man moet, is het geen kolder
Gewoonweg naar de zolder
Nu dat is toch wel een stukje hel
Gelooft u het niet, of gelooft u het wel?
Kunt u nog zingen van hemelse dingen
Van liefde en trouw, vertel het me gauw
'k Ben laatst naar een bruiloft geweest
De bruid in het wit,'k vond het een feest
Ik heb nog gezongen mijn psalmen in de nacht
Al deed ik het misschien wel wat te zacht
Want tegenwoordig noemt men dit niet altijd moed
En zeggen gewoon, je bent niet goed
Ik moet daar wel aan wennen
En denk soms dat ze Hem niet kennen
Die deze woorden op mijn lippen bracht
Omdat Hij het alles heeft volbracht
God dank voor deze zegeningen
Dat ik nog kan blijven zingen
En als ik het goed hoor
Is er nog een heel groot koor
Kunt u nog zingen? Ik wel
Maar dit is een stukje hemel
En geen stukje hel.
UIT DE BUNDEL: "HET KLANKBORD"
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage