PALMPASEN

De  hoeveelheid volgelingen van Jezus werd steeds groter.

En de boosheid van de farizeers en de schriftgeleerden ook.

Zij zagen de groep mensen die eerst naar hen geluisterd hadden, slinken.

Zij waren ook bang dat de grote groep volgelingen  een leger zouden vormen

met Jezus als koning.

En tegen de Romeinen zouden gaan vechten met alle gevolgen van dien.

En even leek het erop toen Jezus op een ezel de stad Jeruzalem binnen reed

Zijn  volgelingen waren heel enthousiast.

 Nu zou het gebeuren waar zij al zolang op hadden gewacht.

In de stad Jeruzalem was het druk want het Joodse paasfeest zou gevierd worden

En de mensen waren van her en der gekomen.

Zij  juichten allen en gooiden hun kleding op de grond zodat Jezus daar over kon rijden.

Zij plukten takken van de palmbomen en zwaaiden en riepen:  Hosanna Hij die komt

 in de naam des Heren.  

Het werd avond . Het volk is teleurgesteld er gebeurt niet wat zij verwacht hadden

Ook zijn discipelen zijn niet zo blij meer.

Maar toch blijven zij bij hun Meester.

Zij gaan de Olijfberg op en zien zo Jeruzalem liggen in al zijn schoonheid.

En dan is Jezus niet zo blij, hij huilt zelfs want Hij weet wat er gebeuren zal in de toekomst.

De stad zal verwoest worden en dat is ook gebeurd 40 jaren later.

Waarom?

Omdat zij Jezus niet hebben aangenomen als hun  verlosser

hun redder.

Zij wilden Jezus wel als een aardse koning, maar Hij  was geen vechtkoning
maar een vredevorst.