WIE ZONDER ZONDEN IS..Johannes 8 vers 1 tot en met 11
Gevloekt, gehoond, gesleurd met slijk bedekt
Haar kleed gescheurd heur haren losgereten
Zo kwam zij tot de Meester, Die gezeten
Verwonderd opzag uit diep gepeins gewekt
En al die Joden krijsend , spuwend, dringend
Zich door en om elkander henenwringend
Bedreigend schimpend en met vuisten ballend
De vrouw die op haar knieën was gevallen
En met het hoofd gebogen in haar handen
Het stenigen wat zij verdiend had, wachtte
Toen zag haar Jezus aan, als in gedachten
En voelden al die ogen op Hem branden
Maar Hij doorzag hun listen en hu logen
En in Hem welde een oneindig mededogen
Met al hun laagheid al hun onverstand
En schrijvend schreef Hij woorden in het zand
Maar hoger, hoger klom hun lust tot moorden
Zij roepen: “stenigt haar naar Mozes wetten",
Wie zou die vrouw het stenigen beletten?...
Toen sprak de Meester langzaam deze woorden:
Zo een van u onschuldig is en weet
Dat hij ook heimelijk nimmer zonde deed
Daar liggen veel stenen in het land”
En weder schreef hij
in het losse zand
Zij zagen op, verwonderd en verlegen
Wat vreemde klanken klonken hen daar tegen.
en wie een steen geraapt had liet hem vallen
en wie een steen geraapt had liet hem vallen
Toen ging er een en weer een, eindelijk allen
En toen de stilte om Hem henen viel
“sta op, kom tot mij verdwaalde ziel
Ik spreek u vrij, verdraag uw leed geduldig
Ga heen getroost voor God zijt gij niet schuldig”.
Dit is een oud gedichtje wat ik heb voorgedragen in 1946
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage