De Zonnige Hoek

donderdag 2 juli 2015

DE VIS

DE VIS

Op een zomerdag snorden we langs de wegen
Alles liep ons mee, dus dat viel niet tegen
Om vijf uur hoorden we  onze magen knorren
Wij hielde toen gauw op met snorren
We stapten af bij een restaurant
Wat, dachten wij goed paste  bij onze stand
Ik was heus, gauw klaar met mijn keus
Friet met appelmoes en een kroket
Dat leek me wel lekker, ook al was het wat vet
Mijn man nam een bijzonder visgerecht
Dit leek hem niet slecht
Wij zaten samen stil te wachten
Toen kwam mijn gerecht en ik lachte
Maar de vis moest nog worden gestoofd
En was nog in aantocht werd  ons beloofd
Een poosje daarna kwam er een serveerwagen
De aandacht van het restaurant dragen
Er stond een prachtige zilveren dekschaal op
Echt voor mensen aan de top
Tot verbazing bleef  hij bij onze tafel staan
En dat stond mijn man bijzonder aan
 Hij hield wel van show, en vond dit prachtig zo
Het deksel werd er voorzichtig afgehaald
Maar hij heeft wel even gebaald
Was dit karige deel zijn eten?
En hij heeft het wel geweten
Want de vis was ook nog gevuld met graten
En hij kon de vis wel haten
En zei: “verhip, ik heb toch liever kip”
Weldra, zaten we in een cafetaria
Vonden dit bijzonder fijn
En vergaten de “schone schijn”.



0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage