De Zonnige Hoek

woensdag 17 september 2008

ER IS EEN TIJD OM TE LACHEN EN OM TE HUILEN

Een half jaar na het overlijden van mijn man kreeg ik de dokter op bezoek.

Hij raadde mij aan om wat rust te nemen(die ik volgens mij ook verdiend had).

Of hij daar zelf ook aan meewerkte?

In ieder geval hebben wij samen weer gelachen.

Ik kreeg namelijk bij tijd en wijle herinneringen op mijn netvlies die mij in lachen deed uitbarstte.

De dokter vond het geloof ik wel mal en zei: "het leven is toch ernstig".

"Ja", zei ik, "maar als ik niet meer kan lachen ga ik dood"

Maar toen ik mijn verhaal vertelde en wederom een lachbui kreeg werkte het aanstekelijk, en begon de arts ook mee te lachen.

Maar nu mijn verhaal. Het was vakantie en mijn verloofde, dat is dus een hele lange tijd geleden, waren op ons vakantie- adres

Plotseling ging de telefoon.

Een van de woonwagenbewoners waar wij destijds veel contacten mee  hadden in verband met het Evangelisatiewerk in Pernis, belde ons op om te vertellen dat zijn moeder overleden was.

Omdat zij kerkelijk niet stond ingeschreven en hij zijn moeder geen onchristelijke begrafenis wilde geven, vroeg hij of mijn verloofde niet voor een geestelijk woord wilde zorgen.

Nadat de vraag positief beantwoord was werd er een afspraak gemaakt om enkele dingen te bespreken in het huis van de overledene.

Daarna konden we naar het ziekenhuis waar de rouwdienst zou worden gehouden. 's Morgens vroeg vertrokken wij met de trein naar Rotterdam.

Toen wij in de oude stadswijk van Rotterdam aankwamen, kwam de zoon ons al tegemoet zodat we ons niet als een kat in een vreemd pakhuis voelden.

Wij maakten kennis met de echtgenoot van de overledene en condoleerden hem.

Daarna kwamen er een paar dames binnen. Het bleken de dochters van de overledene te zijn.

"Wie zijn dat en wat komen zij hier doen", vroegen zij en met boze blikken keken ze ons aan.

"Dit is de leider van de woonwagenclub van je broer Leen, zei de vader,

die wil de  leiding opnemen van de rouwdienst".

"O, een soort blikken dominee"", zeiden ze met afschuw in hun stem.

Wij werden geen blik meer waardig gekeurd en zij maakten het zo bont dat ze met de rug naar ons toe gingen zitten.

Naderhand gingen zij naar de keuken en maakte vreselijke ruzie.

Waarom werd ons niet duidelijk maar zeer beslist niet over de erfenis, want we hadden echt niet de indruk dat er veel te erven viel.

Daarna gingen we met de tram naar het ziekenhuis waar de vrouw opgebaard lag. Zeer emotionele taferelen deden zich daarvoor.

Aangezien de overledene zo nu en dan naar de kerk was gegaan om wat troost te ontvangen, had mijn verloofde ook wel aanknopingspunten om een geestelijk woord te spreken.

Daarna werden de zitplaatsen in de rouwauto's verdeeld.

Wij kwamen in de achterste auto terecht met een van de vijandige dames met haar man.

Ook nu was de acceptatie niet groot. En tijdens de reis naar de begraafplaats kregen we  verwijten naar ons hoofd die kant nog wal raakten.

Toen werd mijn verloofde het spuugzat en verzocht de chaffeur stil te houden.

Gelukkig was het in de buitenwijk en waren we de laatste auto, zodat we niet ten prooi vielen aan een kettingbotsing.

"Nu kunnen jullie kiezen" zei mijn verloofde, " of jullie houden op met schelden of wij stappen er hier uit".

Zij kozen gelukkig het laatste, zodat de chaffeur, iets harder dan normaal de rouwstoet weer in kon halen.

Op de begraafplaats was het doodstil toen de begrafenisdienaar vroeg of een van de omstanders nog het woord wilde.

En aller ogen werden gericht, op ...de blikken dominee.

De spreker kwam naar voren, sprak enkele woorden en eindigde met het "Onze Vader".

Daarna werden we weer in ere hersteld. Want met een traan in hun oog en een snik in de stem kwamen zij ons bedanken met de woorden"

"Dominee, heel hartelijk bedankt voor de mooie woorden die u gesproken heeft en mevrouw van de dominee u ook heel hartelijk bedankt".

Ik keek hen wat verwezen aan.

Daarna werden we nog in de gelegenheid gesteld om een kopje koffie te drinken. Wij bedankten daarvoor en vervolgden onze weg.

Bij een rustige weg aangekomen zagen we een slagerswinkel.

"Eerst een stukje leverworst halen", zei mijn verloofde en voegde de daad bij het woord.

Na de hartige hap kwamen we weer bij en na de inspanning volgde de ontspanning.

Onze zenuwen gierden door onze keel en wij konden haast niet meer bijkomen van de lach.

Rest mij nog te vertellen dat wij nog diverse malen bij de vader van onze vriend Leen op bezoek geweest zijn.

Mijn verloofde man heeft hem zelfs het Onze Vader leren bidden, op zijn verzoek.

En domineese of niet het was voor mij als twintigjarige wel een bijzondere ervaring.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage