De Zonnige Hoek

donderdag 11 september 2008

DE VIS (uit de oude doos)

Op een mooie zomerdag snorden we langs de wegen

Alles liep ons mee, dus dat viel niet tegen

Om vijf uur hoorden wij onze magen knorren

Wij hielden toen gauw op met snorren

Wij stapten af bij een restaurant

Wat pasten dachten wij, bij onze stand

Ik was heus, gauw klaar met mijn keus

Friet met appemoes en een kroket

Dit leek mij lekker, al was het wat vet

Mijn man nam een bijzonder visgerecht

Dit leek hem niet slecht

Wij zaten samen stil te wachten

Toen kwam mijn gerecht en ik lachte

Maar de vis moest nog worden gestoofd,

En was in aantocht werd ons beloofd

Een poosje daarna kwam een serveerwagen

De aandacht van het restaurant vragen

Er stond een prachtige zilveren dekschaal op

Echt voor mensen aan de top

Tot verbazing bleef hij bij onze tafel staan

En dit stond Fred bijzonder aan

Hij hield wel van show en vond dit prachtig zo

Het deksel werd er voorzichtig afgehaald

Maar Fred heeft toen wel even gebaald

Was dit karige deel zijn lekkere eten?

En hij heeft het wel geweten

Want de vis was gevuld met graten

En hij kon die vis wel haten

Hij zei: verhip, ik heb  liever kip

Weldra zaten we in een cafetaria

Vonden dit bijzonder fijn

En vergaten weldra,

De schone schijn.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage