De Zonnige Hoek

zondag 10 mei 2009

OORLOG EN VREDE Uit het leven gegrepen.

Dikwijls worden ze in een adem genoemd, terwijl er een wereld van verschil tussen ligt.

Toen in de jaren zestig een van mijn kinderen zeven jaar was, had hij een zeer ernstige operatie achter de rug. En toen hij thuis was gekomen had hij veel moeite om in te slapen, hoeveel schaapjes ik ook voor hem telde.

Op een gegeven ogenblik kwam hij in paniek naar me toe en zei:

"Mama, ik ben zo bang dat er weer oorlog komt".

Nu was dat niet zo wonderlijk want er waren ook in die tijd

veel geruchten van oorlogen.

Ik stelde hem min of meer gerust en  vertelde hem toen dat ik net zo oud was als hij, ook in de oorlog geweest was, maar gewoon naar school was gegaan enzovoorts. Wellicht heb nog met hem gebeden, maar in ieder geval ging hij weer wat rustiger naar zijn bed.

Ja dat de oorlog uitbrak kan ik me nog goed herinneren. 

's Morgens vroeg om vier uur werden we gewekt omdat de vliegtuigen hun geraas lieten horen. Het was oorlog.

Matrassen werden naar beneden gehaald en in het voorkamertje gelegd zodat de kinderen in ieder geval wat bij de hand waren.

Maar het duurde niet lang of  mijn moeder met tien kinderen, vertrokken naar de schuilkelder die achter de huizen in onze straat gelegen was. Ik geloof dat mijn vader andere werkzaamheden had bij de burgerwacht ofzo.

Met een van mijn grote zussen ging ik op een gegeven ogenblik weer naar huis terug om een flesje met pap te vullen voor mijn kleinste zusje die zeven maanden oud was. Voorzichtig was de boodschap.

Naderhand hoorden we dat er er een bom was gevallen en een meisje  uit onze straat door een scherf om het leven was gekomen.

Volgens mijn herinneringen hebben we niet lang in de schuilkelder gezeten en gingen we daarna weer naar huis.

Na de caputulatie (overgave) ging het leven weer gewoon

door en gingen we weldra weer naar school.

Nou ja, gewoon... Met dit verschil dat wij aan de ene kant van het schoolgebouw zaten en de Duitsers, die toen onze vijanden waren aan de andere kant. De mooiste zonnigste lokalen hadden zij.

In het begin moesten we wel erg wennen aan de geuniformde soldaten

die in onze straten rondliepen en in verschillende huizen en gebouwen hun uitkijkposten hadden.

Wat een zorg moet het voor ouders geweest zijn om in de oorlogstijd hun kinderen te voeden en te kleden.

Gelukkig waren zij net als vele mensen behoorlijk creatief zodat Jan Splnter door de winter kon komen.

Van oude jassen die wij kregen van familieleden die er uitgegroeid waren en er wellicht warmer bijzaten dan wij, maakten mijn zusters weer nieuwe kleding waarbij de kleding soms gekeerd werd en het binnenste buiten kwam

Afdragertjes, wat waren we er blij mee.

De verrassing was des te groter als je iets nieuws kreeg uit de winkel, zelfs na de oorlog.

Ook weet ik nog dat er vitrage gemaakt werd  van verbandrolletjes, ja je moet maar op het idee komen.

Dit wat betreft de uiterlijkheden.

Hoewel ons gezin niet droop van stichtelijkeheden, heb ik zeer veel waardering op kunnen brengen voor hun moed en vertrouwen in zeer moeilijke omstandigheden.

Heulen met de vijand was er beslist niet bij.

Mijn oudste broer is lange tijd ondergedoken geweest. Eerst in Nigtevegt

en naderhand in Rotterdam-Zuid waar hij ook in het verzetswerk heeft gezeten. Een enkele keer kwam hij weleens incognito thuis .

De ernst hadden wij als jongere zusjes niet altijd door en we moesten dan hartelijke lachen om de flaphoed die hij op had als hij thuis kwam.

Maar horen zien en zwijgen was dan weer het advies.

Mijn vader heeft ook in het verzetswerk gezeten maar dat kwamen wij als kinderen pas te weten toen de oorlog voorbij was.

Angsten, wat deed je daarmee als kind in de oorlog. Och je blijft zo dicht mogelijk in de buurt van je vader en moeder en je trekt je op aan hun moed, vastberadenheid en trouw.

En 's avonds op bed waren ik met mijn drie vier jomgere zusjes

aan het zingen. Wij zongen dan liederen die wij op de school en de zondagschool geleerd hadden, wat een zekere rust gaf.

"Nooit kan 't geloof teveel verwachten" was een geliefd gezang ook in de kerk en ik denk dat dit lied onze ouders min of meer ook op de been hebben gehouden.

 

Een keer zijn we allemaal vreselijk van slag geweest toen er razzia kwam

en mijn vader werd meegenomen door de Duitsers.

Moeder had tranen in haar ogen en omdat dit niet dikwijls voorkwam dat wij dit zagen, maakten dit grote indruk op ons.

Gelukkig mocht hij 's avonds weer naar huis, omdat hij te oud was om in Duitsland te werken. Maar even later zagen wij een legerwagen langs komen waarin de buurjongens en heel veel andere burgers uit Pernis

zaten, richting Duitsland.

Ja wat moet ik verder nog vertellen. Er is in de laatste weken al zoveel over de oorlog verteld en geschreven. En ieder heeft zo z'n eigen verhaal.

 

Mijn oudste broer vertelde nog iets wat zij hadden meegemaakt in het bedrijfsleven, wat ik ook de moeite wel waard vond.

Toen de oorlog was uitgebroken was er een grote chaos in het land. Alles was ontwricht.

Ook wij als zakenmensen (kolenhandelaren en vrachtrijders) hebben daarmee te maken gehad.

9 Mei waren er 25.000 briketten verzonden die nooit zijn aangekomen.

En duizenden kilo's baggerturf.

Een groot schip was er gebombardeerd in Rotterdam.

Het klinkt misschien wat gek maar dat bracht ook nog wat lichtpuntjes mee.

Het schip was namelijk volgeladen met baaltjes bloem, die in het water terecht waren gekomen.

De zakjes bleven droog doordat er een bepaald procidee was toegepast.

Mijn vader en oom en anderen gingen erop uit om de zakjes op te vissen. Prachtige witte bloem zat erin die zij door verkochten aan de bakkers, die door de oorlog ook moeilijk aan bloem konden komen, dus er heel blij mee waren.

Als dank hebben wij ook mee mogen genieten. Lange tijd kregen wij een keer in de week een wit brood wat de zondagen extra feestelijk maakten.

Ook werden wij verrast met een broeder (een soort koek) die wij zaterdags gebruikten met zogenaamde lammetjespap, wat op maïzenapap leek.

Ook zijn er aan het begin van de oorlogsjaren schepen gebombardeerd die tonnetjes palmenvet aan boord hadden. Ook deze werden op dezelfde wijze ingepikt. Dit palmenvet kon gemengd worden met loog, wat weer werd gebruikt voor zeep.

In de oorlogstijd is daar veel gebruik van gemaakt, ook door andere inwoners van ons dorp Pernis, die daardoor schoon door het leven gingen, wat vooral in de kolenbrache zeer goed te pas kwam.

En tot slot kwamen er tonnetjes citroensap onze richting uitgedreven.

Vitaminerijk.

Ja dit zijn enkele lichtpuntjes uit de oorlog. Er zijn er natuurlijk wel meer geweest, ondanks de verduistering die wij letterlijk moesten toepassen in onze huizen zodat er geen straaltje licht naar buiten kon komen.

Maar wanneer de hemel donker is, stralen de sterren het meest.

 

Dit verhaal komt uit het boekwerk:

"Van geslacht tot geslacht", wat ik enkele jaren geleden heb geschreven, voor mijn familie.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage