De Zonnige Hoek

dinsdag 11 maart 2014

DOMME HANS EEN SPROOKJE OP RIJM

Ik vertel thans het sprookje van domme Hans

Hij kon niet lezen hij kon niet schrijven

Zou altijd dus domme Hans moeten blijven

Zijn vader die van beroep kleermaaker was

Was met zijn zoon Hans niet in z'n sas

Want als Hans in zijn aterlier kwam helpen

Was het leed haast niet te stelpen

Als Hans de draad niet door de naald kon halen

Kreeg hij er verdriet van en moest ervan balen

Hij zag geen middel om zich aan hem te binden

Zodat hij weggestuurd werd om werk te vinden

 

Nu is één kant van Hans nog niet bekeken

Want Hans hield van dieren is gebleken

Hij kon ermee praten beweerde hij wel

De dieren waren blij en verrast door dit spel

En zo verliet domme Hans het dorp op en keer

Neuriede zacht, want het was mooi weer

 

Toen zag hij aan 't water een visser aan het slapen

Naast hem lagen wat vissen te apegapen

Een zat nog aan de hengel en wilde eraf

Hans maakt de vis los, voor de visser een straf

Gooide de vis weer in het water de vissen waren blij

Zij riepen Hans toe, je bent een vriend van mij

En zij riepen allen, het leek wel een koor

Heb je soms hulp nodig je zegt het maar hoor.

 

Hans liep weer verder en wat zag hij daar

Een stel jonge vogels onder een boom zowaar

Zij waren met z'n allen, uit het nest gevallen

Zij konden niet vliegen dus ook niet eten

En werden door de moeder helemaal vergeten

Maar Hans ging worpjes zoeken en gaf hen die

De vogels vonden domme Hans een genie

En ook zij piepten en riepen allen in 't koor

Als we jou kunnen helpen dan zeg je het maar hoor

 

Hans ging verder op een eenzaam zanderig pad

Maar eenklaps hoorde hij toch wat

Hij hoorde een stemmetje jammerlijk klagen

Luister meneer, ik wil je wat vragen

Wilt u toch hier voorzichtig lopen

Anders moeten wij het met de dood bekopen

Sorry zei Hans, sprong over het mierennest heen

Zo hield hij deze mieren weer op de been

Dank je wel. riepen de mieren in koor

Als we jou kunnen helpen dan zeg je het maar hoor

 

Hans liep weer verder en kwam in de stad

Maar alle mensen wat een drukte was dat

\Wat is er hier aan de hand vroeg hij aan mensen

\Nu de prinses wil een man maar heeft wel haar wensen

Hij moet drie moeilijke opdrachten doen sebiet

Want anders wil de prinses die man niet

Nu dacht Hans, dat is een kolfje naar mijn hand

Ik wil wel trouwen met de prinses uit dit land

De koning keek hem wel verbaasd aan

Maar is toch met hem naar het water gegaan

hier is een gouden ring, die gooi ik in de rivier

Jij moet hem vinden, anders heb je geen plezier

Want dan moet je de gevangenis in

Nu daarin had domme Hans beslist geen zin

Maar hoe kreeg hij dit toch voor elkaar

Hij werd er verdrietig van en erg naar

Opeens hoorde hij: Hallo hallo,

Ik duik even onder en kom zo

Het was een van de vissen die hij had bevrijd

De vis kwam naar boven, net op tijd

 

Bij de tweede opdracht werden er zaden gestrooid

Hans keek erna en voelde zich berooid

Want de andere dag mocht er geen zaadje meer zijn

Hans zag er geen gat en en vond dit niet fijn

Hij ging op een bankje zitten treuren

Zag het huwelijk beslist niet gebeuren

Maar de volgende morgen was hij weer blij

Zei: geen zaadje ligt er meer voor mij

En net nadat hij de ontdekking had gedaan

Zag hij het mierenleger naar huis toe gaan

 

Fantastisch zei de koning toen hij het zag

En Hans keek naar hem met een olijke lach

Zou het hem nu echt gelukken?

Maar daarna moest hij zijn lach weer onderdrukken

 

De koning zei:

Ergens staat een boom met en gouden appel er aan

Wanneer je die appel brengt is het probleem van de baan

Maar toen begon Hans weer te kniezen

Want nu zou hij zijn gezicht wel verliezen

Wat moet je doen, vroeg een spinnetje zacht

Ik weet het niet maar 't ligt boven mijn macht

Nauwelijks had hij dit gezegd en kijk in de lucht

Een stelletje vogels cirkelden in hun vlucht

En een van hen kwam, je zult het niet geloven 

Met een gouden appel, Hans viel haast onderstboven

Het waren de vogels die Hans te eten had gegeven

En zo mocht domme Hans het toch beleven

Dat hij de prinses mocht trouwen en kussen

Het vuur van de liefde was haast niet te bluffen

En dit verhaal van domme Hans geeft aan

Dat het in dit leven soms vreemd kan gaan. 

Dit maal tot Vrijdag a.s.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage