VERDREVEN UIT HET PARADIJS

Aan het eind van de middag begon er een frisse wind te waaien.

God liep door de tuin. Toen Adam en Eva Hem hoorden

verstopte zij zich in de struiken.

Maar God riep hen en zei: '"Waar zijn jullie?"

"Ik heb me verstopt" zei Adam,, "want ik ben bang

want ik ben naakt”.

God vroeg: “hoe weet je dat je naakt ben, heb je soms gegeten

van de vruchten van de boom waar je niet van eten mocht?”

“Ja”, zei Adam, "maar mijn vrouw heeft mij een vrucht gegeven

en toen heb ik gegeten”.

Toen vroeg God aan Eva: “waarom heb je dat gedaan?”

“Het komt door de slang, die heeft tegen mij gelogen en

toen heb ik van de vrucht gegeten”.

 En zo is het gekomen.

Maar God werd er wel boos om.

En zij kregen straf. Een straf die niet mis te verstaan was.

Tegen de slang zei Hij: “Omdat gij dit gedaan hebt zijt gij

 vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte van het veld.

Op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten.

Ik zal vijandschap zetten tussen u  (de duivel) en de vrouw

En tussen uw zaad (de goddelozen) en tussen haar zaad (de kinderen Gods).

De duivel zal alles in het werk stellen om te zegevieren.

En daar  is de duivel  nog steeds mee bezig.

Maar God is er ook nog en uiteindelijk zal Hij zegevieren.

Dit heeft te maken met het koninkrijk van God.

Daar mogen wij op rekenen.

God strafte ook de vrouw en zei:  Als je zwanger zult worden

Zul je het moeilijk hebben . Het zal pijn kosten.

En  je zult verlangen naar je man en deze zal de baas

Over je zijn".

Ook Adam kreeg straf met de woorden:  Je zult hard moeten werken

Om genoeg te eten te hebben, je zult koren zaaien maar er zal ook

 onkruid zijn . Je was aarde en je zult weer aarde worden.

En in de mooie tuin het paradijs mochten zij niet blijven.

Engelen bewaakten de ingang van de tuin.