De Zonnige Hoek

donderdag 2 april 2015

JEZUS GEVANGEN GENOMEN

De soldaten kwamen door de olijftuin naar Jezus toe.
Judas liep voorop en gaf Jezus een kus op de wang van Jezus.
Dat was het geheime teken waarmee hij liet zien wie de
soldaten  moesten pakken
Jezus, wist wat Hem zou overkomen,
Hij liep op hen toe, en zei tegen Judas:
”verraadt u de Zoon des mensen met een kus?"
De soldaten behandelde Jezus alsof hij een crimineel was.
 Zij deden wat handboeien om en brachten Hem naar
Pilatus een Romeinse  hogepriester.
De discipelen maakten dat ze weg kwamen.
Alleen Petrus liep op een afstand achter Jezus aan.
Hij kwam op de binnenplaats van het huis van Pilatus.
Hij ging bij anderen mensen staan en warmde zich aan het vuur
Toen kwam er een meisje langs die keek Petrus aan en zei:
"Hoor jij ook niet bij Jezus die net gevangen is genomen.
Maar Petrus zei: “Hoe kom je daarbij”.
Petrus vertrok  en liep naar de poort.
 Maar ook daar sprak iemand  hem aan en zei:
”zeg ik weet het zeker, jij was ook bij Jezus.
 En toen andere mensen ook hetzelfde beweerde
werd Petrus zo kwaad dat hij zelfs vloekte.
En toen kraaide de haan zoals Jezus voorspeld had.
Het volgende gedicht gaat er wat uitvoeriger op in.

HET BELIJDEN VAN PETRUS

“Gij zijt de Christus de Zoon van de Levende God”
Ja, dat zei ik vol vuur
Maar in het middernachtelijk uur
Heb ik Hem verraden met een vloek
Mijn belijden was toen zoek”
“Zeg, hoorde  jij ook niet bij Hem?”
Ik verzekerde met klem
Dat ik Hem nooit had gekend
Ik had me van Hem afgewend
Maar bij het kraaien van de haan
Was het met mijn bravoure wel gedaan
‘’k Had Hem verloochend zoals was voorspeld
En de dagen waren geteld
Toen keken de ogen van Jezus mij aan
Een huiver is er door mij heengegaan
En ik weende bitter buiten
Met ogen als beslagen ruiten
De satan zal je ziften als de tarwe
Dit was door Jezus ook voorspeld
Ik was een verrader een bedrieger
Door satan nu terneer geveld
Na mijn verdriet en groot berouw
Werd ik weer aangenomen door de Heer
Weer kwam mijn belijdenis naar voren
Nu niet meer zo geestdriftig meer
In eigen kracht kon ik niet leven
Ik had het van me zelf verwacht
‘ k Moest van genade leren leven
Hij was het die het al volbracht
Ik leerde nu mijzelf te geven
In dienst te staan van God de Heer
Het zaad dat kiemt dat komt tot leven
Vrucht voortbrengend keer op keer
Zo mocht ik nu van Hem getuigen
Al werd de druk mij niet bespaard
Wie neder knielt  die mag weer leven
 Wie God bewaart is wel bewaard”.


0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage