DWARSLIGGEN OP EEN ANDERE MANIER

I 
In dit gedicht vertel ik het verhaal van mijn nicht

Zij beweerde dat ze vroeger bij ons wel logeerde

"Ja", zei ze, "in jullie gezin was een baby altijd "in"

En ik had wel pret,

want we moesten met z'n vijven dwars in bed"

Ik moest wel lachen toen ik het hoorde

"t Was iets wat me geheel niet stoorde

Er moest dikwijls geïmproviseerd

Daarom leek me zo'n dwarsligging niet verkeerd

Want als je moet roeien met riemen die je had

Tap je weleens uit een ander vat

Toen mijn nicht weg was dacht ik erover na

En kwam tot deze conclusie weldra

Dat jong geleerd ook oud is gedaan

Nu dat stond mij best aan

Want ik zeg denk ik niet teveel

Het was en is heel orgineel

En al ben ik geen dwarsligger op elk gebied

"t Hindert mij echt niet

Maar...met z'n vijven dwars in bed

Nee, gun me dan alleen die pret.