Geschilderd met zijdeverf en lapjes I.B.K.
Zoals het in deze tijd er geen journaal voorbijgaat of er zijn conflicten her en derwaarts.
Zo komt het ook in de Bijbel voor. Bij het schilderrij
hierboven komen twee volksdelen elkaar tegen.
De ene is een Jood, dat is Jezus en de andere is een Samaritaan.
Zij komen elkaar niet zo veel tegen want Joden en Samaritanen ontweken elkaar al jaren.
Daarom is het verwonderlijk dat op deze dag Jezus persé door het land Samaria wilde gaan.
Jezus zat bij de put uit te rusten op het midden van de dag, toen er ook een vrouw aan kwam lopen .
Zij kwam om water te putten.
"Wilt u voor mij ook wat water putten?" vroeg Jezus
vriendelijk. De vrouw keek verwonderd op.
Uit de verte had zij al gezien dat hij een Jood was en Joden gaan toch niet met Samaritanen om?
Maar Jezus zei: "als u wist met wie u sprak, dan zou u mij om levend water gevraagd hebben".
"Hoe kan dat dan", zei de vrouw "u hebt niet eens een emmer en de put is diep, hoe wilt U dan aan levend bronwater komen?"
"Ik bedoel het anders zei Jezus. Als je dit water drinkt krijg je later weer dorst, maar er bestaat ook water waar je nooit meer dorst van krijgt."
Dat klonk haar ongeloofwaardig in de oren, zij begreep op dat moment de beeldspraak niet die Jezus gebruikte.
Maar de vreemdeling meende het toch en zei ".
"Haal uw man er maar bij"
Maar zij antwoordde: "ik heb geen man".
Waarop Jezus antwoordde: " gij hebt juist geantwoord want gij hebt vijf mannen gehad en de man waar u nu mee samen woont is uw man niet".
Hoe kon die man dat weten, was hij soms een profeet?
En zij vertrouwde hem ten volle en kreeg een goed openhartig gesprek waar zij ook haar wandaden op biechtte.
Het werd een eerlijk gesprek ook over het geloof. Hoe zij moest bidden en over de Verlosser die eenmaal zou komen.
En toen dat ter sprake kwam, vielen ineens de woorden waar zij stil van werd: "Ik ben de Verlosser".
Zij bleef Hem aankijken volbewondering en verwondering.
En het duurde niet lang of zij liet de kruik staan en holde naar de stad terug om het grote nieuws te vertellen.
Zij struikelde bijna over haar eigen benen zo'n haast had zij.
Ik heb de Verlosser gezien en Hij wist precies wat ik had meegemaakt en Hij vergaf mijn zonden en ik ben er heel erg blij mee.
De mensen keken er wel van op en gingen Jezus ook op zoeken. En velen geloofden Jezus en zij verkondigde het aan alle mensen die zij tegen kwamen.
Elke dag als de vrouw weer water ging putten dacht ze:
God heeft mij gegeven waar ik voor altijd genoeg aan heb.
De Verlosser is de bron van mijn nieuwe leven.