DE UITSLAPERS

DE UITSLAPERS

Het was zaterdagmorgen een uur of acht

“Fred  ben je al wakker vroeg ik zacht”

Fred snurkte nog even door

Maar  ik zag hem glimlachen hoor

We waren pas getrouwd en in ons warme nest

Voelden we ons best

Heerlijk uitslapen op de zaterdagmorgen

Zonder doordeweekse zorgen

Ineens hoorden we de bel

Hè, wat klonk dat schril en schel

Ik keek door het raam wie dat had gedaan

En zag de melkboer buiten staan

“Fred het is de melkboer, wat staat ons nu te doen

We kunnen hem toch niet laten bellen voor het fatsoen?”

Maar Fred zei: “laat die kerel nou maar bellen

Hij moet zich niet zo aanstellen”

Ik volgde het bevel op en legde me weer neer

Maar na een poosje ging de bel weer

“Fred wat nu”, vroeg ik met bange stem

“Laten bellen”, zei Fred met klem

Een kwartier bleef de melkboer toen staan

Is tenslotte toch verder gegaan

Zouden wij dit nog een keer bezuren?

Hoor het verhaal ’s maandags bij de buren

Hij had gevraagd met een knik naar nummer zeventien

Of de buren ons zaterdag nog hadden gezien

De sociale controle  was dus goed

Al waren de druiven niet zo zoet

Fred kwam met dit burenverhaal bij mij aan

We zijn toen hard aan het lachen gegaan

Voelden ons nog steeds in onze woning

Zeiden tegen elkaar: “ja de klant is koning”.

MUZIEK BIJ HET WERK 2

MUZIEK BIJ HET WERK 2

Hij had het voor elkaar, echt waar

Een postorderbedrijf had hij opgebouwd

En dit had hem nog nooit berouwd

Hij was als “kleine jongen” begonnen

Hij wist zijn geld goed te beheren

Weldra had hij veel om te verteren

Het pandje wat hij had was weldra te klein

En hij zocht uitbreiding op zijn terrein

Trok personeel aan om de zaken te runnen

En wilde iedereen het zijne gunnen

Het personeel liep dra in de kleding van de zaak

Dus de presentatie was best raak

De directeur was alleen op afspraak te spreken

Uitzonderingen bevestigen de regel is gebleken

Op een keer kwam Fred een vrijpostig persoon

Hij negeerde die stelregel gewoon

Na een klop liep hij de directie -kamer binnen

De directeur wilde net een tirade beginnen

Maar veranderde dra toen hij Fred zag

“O ben jij het zei hij olijk”

Hij voelde zich gelijk al vrolijk

“Joh, ik heb beet” en hield een hengel gereed

Voor het geopende raam vlakbij de vliet

Was hij gaan vissen, niemand die het ziet

“Jongen” zei Fred  “nu zal jij ook hangen

Want als een vis heb ik jou gevangen”

en ondanks het directeurs belet

Hebben ze de bloemetje goed buiten gezet

De rust was weldra van de baan

Omdat zij aan het moppen tappen zijn gegaan

En neem dit aan van mij
Ik had er weer een mop bij.

MUZIEK BIJ HET WERK

MUZIEK BIJ HET WERK

Zoals velen  weten  heb ik na het overlijden

 van mijn man veel geschreven.

veelal in rijmvorm

Ook wel gebundeld.

Een van die bundeltjes heet:

“Muziek bij het werk”

Het zijn wat herinneringen uit de tijd dat mijn man

nog  leefde.

En wat ik zelf wel grappig vind.  

Ik hoop dat u er de volgende weken ook van mag
genieten

EXPOSITE IN MUNTENDAM

INFORMATIE  

Dit schilderij is geschilderd door Wil Mazeland

En hangt met tientallen anderen in de Heemtuin in Muntendam GRONINGEN

EXPOSITIE KUNST EN BEELDEN
10 daagse Heemtuin  Muntendam
Van  28 juli t/m-zondag a.s.5 Juli
Dit zijde schilderij is geschilderd door Clary Bezemer 

STERVEN

Soms is een groot gezin  ideaal

Maar uiteindelijk moet je ze missen

Dat weten we allemaal

Soms kan het zo snel gebeuren

En dan blijf je  maar treuren

Herinneringen blijven

Daar kun je dan over schrijven

Zodat je het een plaatsje kan geven

Want je moet zelf wel  verder leven

Wat fijn als herinneringen prettig zijn

Zelfs ook wel met wat gein.

Dat is een zegen op al onze wegen.

KENT U HEM?

KENT U HEM

Ik sluit me, op mijn wijze, even aan bij een  onderwerp wat actueel is op de televisie.

"Bond tegen het vloeken"

Misschien heb je Hem leren kennen in een vloek

In de maatschappij tv, film of een boek

Maar en ik weet dat ik mij niet vergis

Je leert Hem dan niet kennen zoals Hij is

Ik ken Hem van jongsaf  aan

En leerde al vroeg met Hem door het leven gaan

Hij was zo werd vermeld,

 een Levensvorst een sterke Held

De Schepper van hemel en aarde

De God die ons van een ondergang bewaarde

Door Zijn Zoon  aan het kruis te laten slaan

Voor de fouten die wij hadden gedaan

Zo heb ik Hem ook leren kennen tot ik volwassen was

Want echt in het leven van mij was het niet altijd eerste klas

Ik bleek zelfs een klein mens te zijn

Op elk levensterrein

Gelukkig bleek het niet verkeerd

Wat ik in mijn jeugd had geleerd

En ik leerde Hem ook in de diepte kennen

Al moest ik aan die diepen wel wat wennen

Maar begrijp dit wel

Dieptes zijn nodig voor je gestel

Want als het donker is zoek je naar het licht

Waarvan ik nu wil getuigen in dit gedicht

En al je je afhankelijk op wil stellen  tegenover God

Word je niet overgelaten aan het lot

Maar dan, je zult het geloven of niet

Leer je zelfs lachen in verdriet

Ken je Hem?

Dit is een belangrijke vraag

Ook nu vandaag.

DE GOEDE OUDE TIJD

DE GOEDE OUDE TIJD

In het dorp Pernis (een vissersplaats voorheen)

Brachten mijn vader en moeder tien kinderen op de been

Twee van het mannelijk geslacht

En van de dochters waren er acht

Het was soms een herrie dat kun je begrijpen

En soms zaten ze hem ook weleens te knijpen

Maar meestal was er geen nood

Want hun organisatietalent was best groot

Ieder had een taak in het gezin

En de ouden sprongen voor de jongeren in

Hoewel moe Pa geen dolle mina was

Was pa best mee in haar sas

En in een goede bui zei hij:

Er is geen betere vrouw dan die van mij

Moe kleurde  als dit gebeurde

En zover ik het kan weten

Had ze van het feminisme geen kaas gegeten

En ook het woord emancipatie kwam niet in haar op

Haar man stond bij haar gewoon aan de top

En al klinkt het misschien wat raar

Andersom  was het ook waar

Veel  theorie had ze niet onder de knie

Maar ook zonder boekentaal

Konden zij ons opvoeden allemaal

En als je straf verdiende geen gezeur

Dan moest je gewoon een poosje achter de deur

Daar stond je dan en poosje te grienen

Omdat je dacht het niet te verdienen

En ’s Maandag dan werd de was gedaan

Daar kon niet van worden afgeweken

Want Dinsdags moest de was worden gestreken

Ja, elke dag werd gepland

Zodat we met een regelmaat werden verwend

Zondags  was de rustdag dus deden we geen werk

We gingen dan met z’n  allen naar de kerk

Aangezien wij veel hielden van lezen

Kon het soms ook wel rustig wezen

Men zat dan in een hoekje met een boekje

Moe viel weleens in slaap onder het appelen schellen

Zij had met haar tiental dan ook heel wat te stellen

Een man een man een woord een woord

Dat was hun principe zoals het ook hoort

Zo groeide we op in deze maatschappij in het klein

Zodat het gezin een hoeksteen kan zijn

Een ideaal ouders die ouders van mij?

Och zo wil ik het nu niet benoemen

Maar ik wil er mij wel op beroemen

Dat hun toegewijd  zijn aan elkaar en kroost

Mij  fijne herinneringen geeft  en troost.

VROLIJKE NOTEN

Even wat vrolijke noten

Twee vrouwen staan bij de slager

Zegt de ene vrouw:

“En wat doet je zoon tegenwoordig?”

Waarop de andere vrouw zegt:

“Die zit momenteel op de universiteit”

“Zo,  zo dat is niet mis".

“Wat studeert hij daar?”

“Niets, hij repareert het dak”

Sander komt regelmatig te laat op school.

De onderwijzer zegt: “heb jij geen wekker?”

“Jawel meneer, maar die

 loopt telkens af als ik nog slaap”.

 Michiel is aan het logeren bij oom Henk

en tante Leny, En ergert zich aan het gehuil van de Baby.

Michiel, “waarom zingt tante Leny geen slaapliedje voor de baby”

“Dat heeft ze ook gedaan, maar de buren zeiden dat zij

 liever de baby hoorde huilen”

Twee mannen uit verschillenden dorpen scheppen op

over hun burgemeester

 Zegt de een” onze burgemeester draagt een ketting

Om zijn hals”

Zegt de ander: “ha, bij ons mag hij vrij rondlopen”

OVERDRIJVEN IS OOK EEN VAK

OVERDRIJVEN IS OOK EEN VAK

Dit spreekwoord zet ik hierboven voor ’t gemak

Want je ziet het elke dag weer

Actie en reactie volgen elkaar op

Zowel bij de gewone burger als aan de top

En bij een crisissituatie zie je

Zwart-wit verschijnen

Dit zie je bij groten en bij kleinen

Want gaat alles langs gebaande wegen

Dan kom je niet veel moeilijkheden tegen

Men neemt elkaar zoals men is

Maar zijn we uit ons evenwicht dan is het mis

Je hebt dan je handen vol aan je eigen leed

En staat niet gelijk klaar met het boetekleed

En als de een de ander niet begrijpt

Sla je hem gelijk om de oren

Omdat hij niet naar jou wil horen

En zo is het wel  frappant

Komen scheidingen tot stand

Maar gelukkig zijn er nog mensen die kunnen onderscheiden

En dan naar de een luistert en dan naar de ander,  dus beiden

Zo worden huwelijken weer aaneen gesmeed

En delen zij weer elkanders leed

Zij durven het met elkaar dan wagen

En leren elkaar dan weer verdragen

Een mens is niet geschapen voor het kwaad

Maar voor de liefde, met de daad.

GROOT NIEUWS VOOR U

Eens trok er een man door ’t beloofde land

Hij sprak een wonderlijke taal

Ziekten verdwenen  op Zijn machtig woord

Mensen zij zagen in Hem hun ideaal

Het ging door het land als een lopend vuur

De mensen gingen achter Hem aan

Zij brachten wie ziek was of kreupel of blind

Want na genezing kon men ’t leven weer aan

Hij maakte de Goddelijke boodschap bekend

Ik ben het Licht in jouw bestaan

Begin een nieuw leven, Mijn rijk is nu nabij

Maar werd de boodschap van de Heer verstaan?

Vertel dan de boodschap van Jezus de Heer,

Want God de Schepper van het licht

Vraagt je te leven naar Zijn nieuwe leer

En jouw bestaan is dan op Hem gericht

Refrein:

Groot nieuws voor U

Geen brood alleen

God is er nu

Levende steen

F,L,A, Bezemer 1928-1985

Uit de bundel "Shalom"

BLINDVERTROUWEN

BLIND VERTROUWEN

Laatst nam ik ergens in een stad

een broodje en een koffie

en naast mij zat een man of vier

In het bekende kloffie

De hoofden kaal  een ketting om

En meer van dit soort rages

De schouders  breed, de armen bloot

En blauw van tatoeages

Ik zat niet echt gezellig daar

Bij ’t ongeregeld zooitje

Maar ja ik had het al besteld

De koffie en het broodje

Ik moest nog even naar ’t toilet

En zei tegen zo’n gastje

Zo tussen neus en lippen door

“pas even op mijn tasje”

Hij lachte en zei: “zal ik doen”

Maar eenmaal bij de ‘ladies’

Had ik het voorval al geplaatst

Onder de kop tragedies

Zij zaten er nog alle vier

Toen ik terug kwam lopen

Ze dronken wat, mijn ‘oppas’zat

z’n GSM te slopen

Gelukkig alles stond er nog

Ik had hem flink geknepen

Dat ik dat niet gauw weer zal doen

Heeft u alvast begrepen

 De ober zei: toen ik vertrok:

“u hoeft niet te betalen

Dat heeft al een van hen gedaan”

en wees op de vandalen

De jongen zei, toen ik hem vroeg: “ waarom”

Terwijl hij stevig kauwde

“Zal ik u dat eens zeggen,

omdat u mij vertrouwde”

Van hem heb ik die dag geleerd

Respect weer op te bouwen

Dat doe je niet met achterdocht

Dat doe je met vertrouwen!

Uit het bundeltje: “Goed gaan’’

Van Irene Jonker

ONTWIKKELINGSHULP

ONTWIKKELINGSHULP

‘k Zou wel christen willen worden

Maar zijn er dan nog volle borden

Rijst speciaal bij de Chinees  op de hoek

En bij de koffie een gevulde koek

Een etentje hier en een etentje daar

En een groot glas pils op de hoek van de bar

‘k Zou wel christen willen zijn

Maar zijn mijn vakanties dan nog fijn?

Een kamer met bad in een chique hotel

Een koel glas champagne  met gestoofde forel

En ’s middags gaan zonnen op een heerlijk gazon

En ’s avonds een film, maar wel op  balkon

Twee derde lijdt honger, zag ik op de tv.

Ik zag toen de wereld daar zat ik wat mee

Verkoop wat je hebt en geef het maar weg

De maaltijden voortaan zonder beleg

Weg mooie vakantie  weg koffie met koek

HOE LEEFT DIE CHINEES DAN DAAR GINDS OP DE HOEK?

Uit  de bundel Shalom

Door F. Bezemer (1928-1985)

JOËL 2:18-27

JOËL  2:18-27 – en het  refrein LUCAS   17:20 en 21

De wijnstok geeft weer rijkdom

De aarde nieuwe vrucht

Woestijnen worden weiden

Voor ’t volk dat tot God vlucht

De perskuip stroomt  weer over

De lof tot God weerklinkt

De vijgenboom  bloeit open

De schepping juicht en zingt

De ouden dromen dromen

De jeugd zij profiteert

Gods Geest gaat wervelend komen

Het vuur dat het kwaad verteert.

Refrein:

Wanneer komt Uw Rijk?

Waar zullen wij het vinden

“t Is binnen ons bereik

Heer laat U vinden!

Uit de bundel Shalom

F. Bezemer 1928-1985.

MAAK VAN JE HART GEEN MOORDKUIL

Maak van je hart geen moordkuil

Laatst  las ik in een dagblad een artikel  over een oude bekende uit de kerkgeschiedenis.

 Hij had zich vergaloppeerd  in zijn leven  terwijl hij toch een christen was.

Na een paar eeuwen werden deze feiten uit de doeken gedaan.

En nu is de vraag: moeten wij als christelijke kerken daar nu schuld voor belijden?

Kun je dan niet aan de gang blijven  met al die ongerechtigheden die mensen,

misdreven hebben  uit het verleden. En wat te denken van  het heden?

Zijn we ons bewust van al onze eigen zonden?

 Kennelijk niet,  anders zouden  we niet zo oppervlakkig door het leven gaan.

En tijd om over deze onderwerpen  na te denken  is er nauwelijks in deze maatschappij.

Een ziekbed  kan daar wel verandering in brengen.

Of een ingrijpende gebeurtenis.

Je kunt ook in deze tijd meegezogen worden door een tijdgeest.

Een tijdgeest  die mensen verblind,  een tijdgeest  die  oren verdoofd.

 Een geest die mensen  doet verstommen

 Een geest die mensen kreupel  maakt.

Terwijl de  Bijbel na Pinksteren juist spreekt  van het tegenovergestelde.

Ook  in het oude testament komen tekstgedeeltes voor  die een blijde toekomst voorspellen

Morgen hoop ik daar een voorbeeld van te geven.

BELOFTE

BELOFTE

God belooft, Zijn woord is waar

Hij is voor eeuwig Koning

Hij geeft Zijn Rijk aan ons ter woning

God belooft:  Hij is  volmaakt

Al heb ik Hem verlaten

Hij houdt mij altijd in de gaten

Ik heb een machtig God die waakt

God belooft :Jij bent Mijn kind

Hij biedt zich aan als Vader

Sluit aan op deze levensader

Een bron die alles overwint

God belooft: Hij is zo goed

Ik wil Hem toebehoren

Hij heeft mij eeuwig uitverkoren

Aan ‘t kruis gaf Hij voor mijn zijn bloed.

Uit de bundel SHALOM

Fred Bezemer 1928 -1985 

BLOEMENKINDEREN

Bloemen kinderen

In deze alternatieve bloementaal

Vertelde ik een bloemrijk verhaal

Want door deze bloemengedichten

Wilde ik iets fijns berichten

God houdt  van al Zijn kinderen

Dit kan niemand meer verhinderen

Wij willen daarom Hem nu prijzen

Hem onze dank bewijzen

Of wij een roos zijn of een hyacint

Volwassen zijn of nog een kind

Hij houdt van ons zoals wij zijn

Veelkleurigheid is Zijn domein

Al  kunnen onze bloemknopjes hangen

Ze weer oprichten is Zijn verlangen

Als wij bij tijd en wijle balen

Zendt Hij Zijn warme zonnestralen

Ieder ziet er dan rooskleurig uit

De pinksterbloem en het fluitenkruid

En niemand kan ons meer verhinderen

Blij te zijn als Gods bloemen kinderen.

HET HOOGLIED

HET HOOGLIED

In het Bijbelse hooglied

Waar de liefde wordt bedreven

Worden veel planten en bloemen beschreven

De granaatappelen horen daar ook bij

Met kostelijke vruchten

dat maakt het liefdes paar blij

De kalmoes  en kaneel

en ook wierookstruiken 

Horen bij dit liefderijk geheel

De verliefde jongeman bezingt daar zijn bruid

Hier in bloemrijke taal

Het is hartentaal op grote schaal

Ook de bruid laat zich daarover niet in

het ongewisse

willen in elkaar opgaan, elkaar niet missen

De granaat appeltje  wat ook het appeltje

 der liefde  wordt genoemd

is ook door dit liefdeslied wel beroemd

De vrucht wordt gemengd en als sap gedronken

En ook dit liefdespaar heeft  daarbij

wellicht geklonken

In ieder geval

Je zult het geloven of niet

Staat in de Bijbel het mooiste liefdeslied. 

DE ZONNEBLOEM

Ik zie de zonnebloem

met z’n donkere hart

“t Geeft mij vreugde

’t verdrijft de smart

Ik zie de blaadjes

In een kroon bijeen

De insecten willen

er steeds weer heen

Zonnebloem ik prijs je

In dit gedicht

Jij geeft het leven

een ander gezicht

Soms zie ik je met

velen in het veld 

Toch ben je solitair

Ook welgesteld

O schone zonnebloem

Ik hoop dat wij

Ons richten naar het licht

Zoals jij.

DE NARCIS

DE NARCIS

De narcis is een bloem met groot allure

Op de naam wil ik wat voortborduren

De naam Narcis komt uit de mythologie  voort

Narkissos is daar het juiste woord

Narkissos  schoon van aangezicht

Dat trok veel jonge dames aan wellicht

Toch had hij voor het vrouwelijk geslacht

Geen aandacht zoals men had verwacht

De wraakgodin roept hem zodanig aan de orde

Dat hij op zijn spiegelbeeld verliefd is geworden

In de psychologie is de narcist egoïstisch van aard

Zij veegt zo alle eigenliefde van de kaart

Toch kan er een gezonde eigenliefde ontstaan

Heb je naaste lief als jezelf is zelfs humaan

Toen Narkisson bijna was bezweken

Heeft de wraakgodin haar hand over haar hart gestreken

Narkissos  werd een bloem met een geel hart

De vreugde was gekomen, verdwenen de smart

Hij kwam zodoende bij de familie Narcissen

Voelde zich heel gelukkig dit kon niet missen

Narcissen zijn er in allerlei soorten en kleuren

Sommige geven heerlijke geuren

En als het Bijbelwoord in vervulling zal gaan

Zal de woestijn straks vol narcissen staan

De woestijn en het dorre land roepen dan luid

Gods wonderen zijn de wereld nog niet uit