De Zonnige Hoek

maandag 31 maart 2008

WAT IK HOORDE EN ZAG

Dat mensen veelal verankerd zijn met hun eigen opvoeding

Stukje voor stukje moeten zij op eigen benen leren staan, zodat zij goed en kwaad kunnen onderscheiden.

Bewustwording noemt men dit.

 

Dat er in Nederland niet veel mensen meer zijn die hun ouders blindelings volgen.

 

Dat de weg naar de hemel geen rolrtrap heeft.

 

Dat de wereld groot geworden is door haar mogelijkheden, maar de moeilijkheden navenant zijn.

 

Vroeger trok men dikwijls ten strijde tussen het ene en het andere dorp.

Nu ziet men dit in veel grotere omvang in diverse werelddelen.

De godsdienst is niet altijd in het geding. De normen en waarden wel.

 

Vechten voor je eigen standje zit ons in het bloed. Vraag: is dit bloed ook altijd goed?

 

Een bijna-doodervaring heeft zijn plus en minpunten

Je bent dan behoorlijk uit je evenwicht en moet

toch overleven.  Zwart-wit denken kan het gevolg zijn.

 

Groot is hij (zij) die glimlacht en ootmoedig is.

Hij (zij) weet wat ware wijsheid is.

zondag 30 maart 2008

SHALOMLIEDEREN

Mijn man was een opbouwwerker, een doener zogezegd, maar een met een vooruitziende blik.

 

DIENST  AAN GOD

 

Godsdienst is niet altijd praten,

Dienst aan God: ga dan wat doen.

Door woorden wordt veel nagelaten,

Het praten vult geen gaten,

Gewoon maar doen.

 

Godsdienst is niet kijken naar de ander,

't Is voor de ander iets gaan doen,

Ik tuimelde in buurmans kuil

En viel toen in mijn eigen vuil,

Christenfatsoen

 

Godsdienst is: de handen uit de mouwen,

Door daden van de naaste houen,

Genade is geen modewoord,

Al wordt het duizend keer gehoord,

't Is een wonder.

 

Fred Bezemer (1928-1985)

zaterdag 29 maart 2008

GEBED

Hebben jullie dat ook weleens?

Dat je tevergeefs de computer aanzet om te kijken of er wat nieuws onder de zon is.

Maar voorlopig kunnen jullie elke dag iets nieuws verwachten op mijn weblog. ( het kan ook oud nieuws zijn )

Van diverse heb ik gehoord dat ze mijn weblog geplaatst hebben bij de favorieten, leuk hoor en slim.

Vandaag heb ik een gebed van  van Franciscus van Assisie wat me aansprak.

 

GEBED

 

Heer, maak ons tot een werktuig van Uw vrede

Waar haat is, laat ons daar liefde zaaien

Waar onrecht is gedaan vergiffenis

Waar twijfel is geloof

Waar wanhoop is vertrouwen

 

O. God, geef dat wij niet zo zeer mogen zoeken

vertroost te worden, maar om te troosten

Bemind te worden, maar om te beminnen

Begrepen te worden, maar om te begrijpen

 

Want het is door geven dat wij ontvangen

Het is door sterven dat wij geboren worden

tot een een Eeuwig leven

Amen

vrijdag 28 maart 2008

SHALOMLIEDEREN

Dat mijn man niet altijd langs gebaande wegen is gegaan komt in het volgende gedicht tot uiting:

 

ZELFSTANDIG

'k Was ver van U vandaan

Ik ging op eigen wegen

en lachte om Uw zegen

Ik kon op eigen benen staan

 

Ik kon het zelf wel aan

Ik lachte naar het leven

Om U heb 'k niet gegeven

Ik ben mijn eigen weg gegaan

 

Ik had een goed bestaan

En werd nogal geprezen

U heb ik afgewezen

Ik kon mijn eigen zaakjes aan

 

U kwam in mijn bestaan

U wilde voor mij lijden

Mij van mijn schuld bevrijden

U bent voor mij aan 't kruis gegaan

 

Vergeef nu Heer, mijn schuld

Ik faalde alle dagen,

Ik wil U nederig vragen:

Heb met mijn zwak geloof geduld.

 

Fred Bezemer (1928-1985)

donderdag 27 maart 2008

WAT IK HOORDE EN ZAG

Aangezien ik  van variatie houd heb ik nu een bijdrage met wat luchtiger toets met de titel:

WAT IK HOORDE EN ZAG

 

Dat een slager er soms geen been meer in ziet

Een machinist ook het spoor weleens bijster kan zijn

Een onderwijzer ook weleens in het krijt kan staan

Een moeder ook weleens moe kan worden

Een dominee zich ook niet altijd aan zijn woord houdt

Een houthakker ook weleens het bijltje erbij neelegt

Een t.v. ster ook niet altijd licht geeft

Een pianostemmer ook weleens ontstemd kan raken

Een visser ook weleens achter het net vist

Een chirurg ook weleens botje bij botje moet leggen

Een musicus ook niet altijd de juiste toon treft

Een paus ook weleens moet biechten

Een breister ook weleens een steek laat vallen

Een journalist ook weleens een blad voor de mond neemt

Een bierbrouwer ook weleens uit een ander vaatje tapt

Een schrijfster ook niet altijd het achterste van haar tong laat zien

Een zwijger ook weleens wil spreken

En een spreker ook weleens moet zwijgen

En een weegschaal ook weleens door kan slaan.

 

Zo dit was het dan weer voor vandaag

Groeten I.B.K.

zaterdag 22 maart 2008

EEN NIEUWE LENTE EEN NIEUW GELUID

Scannen0011

Een nieuwe lente, een nieuw geluid

Langs deze weg wens ik al mijn lezers en lezeressen een vrolijk Pasen

De lente heeft zijn intrede gedaan en alles groeit en bloeit weer.

Zoals u in het voorwoord van mijn weblog heb kunnen lezen

heb ik veel geschreven, ernst zowel als humor

 

Na het overlijden van mijn man kreeg ik een condolantiekaartmet het opschrift: "afscheid nemen is met dankbare handen meedragen al wat herinneringen waard is".

Ik heb daar gehoor aan gegeven, onder het motto: wie van zijn herinneringen kan genieten (en het met anderen wilt delen) leeft twee maal

Ik ben zo vrij om deze weblog daarvoor te gebruiken.

Om te beginnen geef ik in het kort mijn levensloop weer die ik met

met mijn man Fred Bezemer heb mogen doorlopen.

Ik heb dit de titel gegeven:

DE NOTENDOP 

 

DE ACHTERUITKIJKSPIEGEL

Ik huil

Ik weet nu wat het is

Gemis

 

Mijn man maakte ook liedjes

net als Toon (Hermans)

Alleen niet zo gewoon

 

Hij deed het met wat moeilijker woorden

Omdat dit hem bekoorde

 

Toch kocht hij voor mij een tegel

van Toon

Dat vond hij gewoon

 

In goede dagen

noemde hij mij Petra

Waarom vergat ik te vragen

 

Hij noemde mij ook weleens een bron

Waaruit hij water putten kon

Dit water liet hij dan stromen

En zo is het gekomen

 

Zijn ogen konden fonkelen als wijn

'k Wist niet dat ogen zo konden zijn

 

Hij was wel klein van stuk

Maar kende het geluk

Daarin werd hij ook groot

Trouw tot in de dood

 

Het zuurstoftekort heeft hij niet meer

Nu heb ik het, dat komt door 't zeer

 

Soms kijk ik door de ruit vooruit

Maar dan, door een gedachte

Ontneemt dit weer mijn krachten

Dan val ik terug in het verleden

Heb moeite met het heden

 

33 jaar samen

Het was een zegen

Amen

 

20 jaar getrouwd

Een plant met een kaartje:

"Minstens het dubbele"

't Heeft niet zo mogen zijn

 

25 Jaar getrouwd

Net uit het ziekenhuis

Een hartinfarct

Dat was zijn kruis

 

30 jaar getrouwd

Bloemen met een kaartje:

"Als één dag"

Ik keek verwonderd op

Dat mag

 

Mijn man had mij verkoren

Nu is hij er niet meer

Ik heb mijn wederhelft verloren

Dat doet zeer

 

Fred stond nuchter in het leven

Maar ik had mijn ogen niet dicht

Ik wist wat er soms schuilde achter de gein

Een inhoud die er echt mocht zijn

 

Sommigen gingen zijn woorden

op een goudschaaltje wegen

Dit stond hem soms wat tegen

Maar het kwam toch te pas

Dat het een goud schaaltje was

 

Zijn opgewektheid van overdag

Was soms van tranen in de nacht

Want een lach en een traan

Liggen niet ver van elkaar vandaan

 

Hij beukte er op los

Als ze mij wilde verlagen

Hij  wilde zelfs zichzelf er aan wagen

 

Hij kloofde het brandhout aan stukken

Met een slag

Afreageren mag

 

Zeg het met bloemen

was bij Fred niet altijd in

Maar hij bracht andere geschenken

voor het gezin

Het zaad wat hij daarbij gaf

Zal bloeien ook na het graf

 

De zusters in het ziekenhuis

Huilden, hij was hun vriend

Hij heeft die naam ook wel verdiend

 

Fred hield overal de touwtjes

in handen met resultaat

Maar thuis liet hij ze vieren

Je weet wel hoe dit gaat

 

Wij waren een eenheid

in de diepste zin

Het hemels leven was zijn streven

en dat is nu "in"

 

Wij kenden veel vreugde

maar ook verdriet

Maar wie kent die beide nu niet?

 

Een paar apart als stel

Jawel

 

 

EEN PAAR APART

 

Geen roos was mijn eerste kado

Maar een Bijbel

ik dacht zo, zo

 

Als kado gaf ik hem een fototoestel

En daarna een sportjack

Dat vond hij niet gek

 

Wij ontmoette elkaar op:

De korfbal. De Arjos

Het evangelisatiewerk

Op school en in de kerk

 

Ik liep al maandenlang lang

van hem te dromen

Maar hij had schijnbaar

nog nooit van mij vernomen

 

Toen sloeg op een bruiloft

Een vonkje over zowaar

En het was toen bijna voor elkaar

 

Het begon in de lente

Al in de Boerenhoek

Zijn luiddruchtige woorden

Was hij toen even zoek

 

Hij zat op hete kolen

Ik had zijn hart gestolen

 

Wat zou ze zeggen:

'k Moet er nog over denken?

Maar dezelfde avond zou ik

hem mijn jawoord schenken

 

Zijn schroom was hij toen wel kwijt

En ik werd door velen benijd

 

Er verstreken enkele weken

Toen hielden we de Arjos voor bekeken

Ook de korfbal zeiden we vaarwel

Wij bezochten toen de woonwagenbewoners als stel

 

Soms reden we met een bakfiets

Vol beddengoed door de Pernisse straten

We liepen zodoende wel in de gaten

 

Ook waren we samen op

een evangelisatiekoor

Hij was daar dirigent

En als lid werd hij met mij verwend

Ik zong toen tweede stem

Maar dit lag niet alleen aan hem

 

Bij het huwelijk was het

een grote vreugde

Voor Jan en alleman

Het was dan ook haast een volksfeest

Als je dit vatten kan

 

Na een jaar diende een baby

zich bij ons aan in bed

Wij moesten er wel aan wennen

maar het gaf toch ook veel pret

 

Anderhalf jaar na de eerste spruit

Kwam de ooievaar weer

met een kleine guit

 

Daarna kwamen er nog twee

Wij waren met twee zonen en

twee dochters best tevree

 

Van woonplaats veranderden

wij nog weleens

kriskras door het land

Want om steeds op dezelfde plaats te blijven

daaraan hadden wij het land

 

Hoewel Fred een alleseter was

op creatief gebied

Blonk hij toch wel uit

Bij toneelspel en het lied

 

Wij werkten dikwijls samen

Ik het meest achter de schermen

Omdat ik me ook over de

kinderen moest ontfermen

 

Wij interesseerden ons voor

School, kerk en politiek

En speelden daarbij in

op het publiek

 

Fred was een vurig oranjeklant

Daar wilde hij niet om jokken

Je kon dit ook duidelijk zien

Aan zijn stropdas en zijn sokken

 

De bank was dikwijls een rustplaats

Voor onze vermoeide geest

Dat kwam ook omdat wij niet

altijd aan het spreekwoord hielden:

"Schoenmaker, blijf bij je leest"

 

Zo deden we van alles

Sjouwden van hot naar haar

De kinderen wenden daaraan wel

Ook al vonden zij het soms raar

 

Na tientallen jaren onderwijs

Ging hij met pensioen

Hij moest het na een hartinfarct

Wat kalmer aan gaan doen

 

Maar achter de ruiten zitten

was er echt niet bij

En na wat overwegen

Kochten we en boerderij

Hij had dit na zijn pensioen

Altijd al willen doen

 

Wij kochten nu in Drenthe

Een grote boerderij

En kregen er weldra wat beesten bij

 

Bij de beestenboel werd er

ook nog geëxposeerd

Met schilderwerk wat

we pas hadden geleerd

 

Wij hebben niet stil gezeten

in deze "Hobbyhoek"

Want 12.000 mensen

brachten ons daar een bezoek

 

En als de meidoorn bloeide

En alles stond in knop

Dan zeiden we tegen elkaar

Het geluk dat kan niet op

 

De koffie schonken we gratis

Wij waren niet zo star

Maar voor de onkosten hadden we wel

Een busje op de bar

 

Maar hoe het is gekomen

Dat weten wij echt niet

Maar Fred kreeg weer een hartinfarct

Dat gaf heel veel verdriet

 

In 1985 ging hij van ons heen

En bleef ik met mijn kinderen alleen

"Tot ziens" waren zijn laatste woorden

aan mij en mijn kroost

Dit gaf ons troost.

 

Ik memoreer nog even voor ik stop

Geloof me: dit was met recht

EEN GOED GEVULDE NOTENDOP

zondag 16 maart 2008

GOD HEEFT DE WERELD LIEF

God kijkt met liefdevolle ogen

En soms met een betraand gezicht

Hij is vol liefde en mededogen

ZMaar zijn wij daarop wel gericht?

 

Wie binnen zijn die blijven binnen

De wereld om ons heen zij nacht

Wij mogen steeds opnieuw beginnen

Maar is dit waarop de wereld wacht?

 

Wij die de Schriften steeds weer lazen

Maar de wereld uit het oog verloor

Straks zullen wij ons wel verbazen

Want hoeren en tollenaars gaan ons voor

 

De kerk schudt op zijn fundamenten

Alle ballast moet over boord

Als de wereld nog niets weet van Zijn Liefde

Is dit absurd en ongehoord

 

Vergeef ons God voor ons individualisme

Voor ons gekerkerd zijn in een gebouw

Wij zijn dikwijls bezig met het horizontalisme

Maar verkondigen wij ook wel Gods Liefde en trouw?

 

God heeft de ganse wereld lief

Heeft ook daarvoor Zijn Zoon gegeven

Door dit te aanvaarden geeft Hij ons het recht

Op een eeuwig leven.

AMEN

donderdag 13 maart 2008

LIJDENSTIJD

 

foto

 

In deze tijd wordt veel aandacht aan het lijden van Jezus Christus gewijd.

Ditmaal wil ik ook aandacht schenken aan het lijden van deze mensheid op de wereld, ziekte, hongersnood, scheidingen, oorlogen en rampen. Iedereen weet er wel over mee te praten en de ''waaroms" zijn niet van de lucht.

In de Bijbel is zelfs een heel Bijbelboek aan het menselijk lijden gewijd.

Namelijk Job.

En wie heeft in de volksmond nooit daarvan vernomen?

Velen kennen toch de uitspraak: zo arm als Job. Of ook wel Jobsgeduld. Of zo vroom als Job.

Ik wil jullie in rijmvorm daar nu iets van vertellen.

Wellicht heeft het ons ook iets te zeggen.

 

JOB

De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen

Zo is het bij Job over zijn lippen gekomen

En Job had reden om te klagen

Wilde het ondanks alles toch met Hem wagen

 

In zijn woning handelde hij als profeet

priester en koning

Bad en bracht offers voor zijn kinderen

Wilde zo de straf op hen verminderen

 

Job leerde hen God niet uit het oog te verliezen

God te aanbidden, dus voor Hem te kiezen

Ja, Job stond als oprecht bekend

En velen werden met zijn wijsheid verwend

 

In de Schrift gaf God hoog op van Zijn knecht

Hij week van het kwaad, dat vond God zeer terecht

Maar... de satan kwam hem bij God aanklagen

Wilde er een duel aan wagen

 

Hij spuwde vuur en zei in onverholen taal

Dit komt door zijn voorspoed allemaal

God moet de snoeischaar maar in zijn geluk zetten

En dan op de "godvrezende" Job eens letten

 

Zijn schijnheiligheid zou dan bewaarheid worden

Of zijn lichtgelovigheid kwam dan aan de orde

En zo gaat het nu al eeuwen door

Komt bij christenen nog echte vroomheid voor?

 

Of gaan ze door de knieën  als ze tegenspoed krijgen

Want dan zal het danklied wel achterblijven

En satan kreeg kans om alles bij Job te vernielen

Dan zou hij wel ophouden met bidden en knielen

 

Al zijn kinderen zijn in één dag omgekomen

Ook zijn vee en zijn huis zijn van hem genomen

Het was moord met voorbedachte rade

Nu zou het goede wel bezijken voor het kwade

 

De vijanden, de stormramp en het bliksemvuur

Leken de daders ter elfde uur

En de satan bleef op de achtergrond

Wreef zich in de handen, de zaak was rond

 

Maar wat de satan dacht gebeurde niet

Job knielde in aanbidding met zijn verdriet

En deze uitspraak is toen op zijn lippen gekomen:

"God heeft gegeven, God heeft genomen"

 

Zijn vrouw vond het leven nu een hel

Zei: ''Job zwijg toch en zeg God vaarwel"

Maar Job zei: ''ik kan deze uitspraak verachten

Want we hebben het goede als het kwade te verwachten"

 

Maar de satan kwam toen weer in het verweer

Jobs gezondheid moest eraan dit keer

Zijn huid bedekt met zweren onooglijk om te zien

Zou hij nu God vaarwel zeggen misschien?

 

Maar al gaf dit onmenselijk veel verdriet

Job zweeg en zondigde met zijn lippen niet

Met een potscherf krabde hij zijn wonden

Wie had dit leed naar hem gezonden?

 

"Waarom o God moet ik dit lijden ondergaan

Zo is het met mijn leven gauw gedaan

In het graf zal ik weldra nederdalen

God waar kunt U dit toch op verhalen?"

 

Bitter werden nu zijn woorden in 'd ellende

Bleef zich bij God toch om bescherming wendde

"O God, wil toch naar mij horen

Waarom ben ik toch geboren"

 

Overdag schreeuw ik het uit van pijn

Terwijl mijn nachten nachtmerries zijn

God dit is niet meer te dragen

En ik kan niet anders meer dan klagen"

 

Zijn vrienden waren zeer ontsteld

Waarom dit vonnis toch geveld?

Zeven dagen zeiden zij geen woord

Vonden Jobs klachten ongehoord

 

Toen werd het Job helemaal te moede

Het kwade overheerste al het goede

"O God wat laat U me in de kou

Ik verga door al mijn smart en rouw

 

Mijn God, verlaat mij toch niet

Mijn ogen zijn dof geworden van verdriet

Dit lijden is onrechtvaardig van U

God schenk mij hulp en antwoord mij nu"

 

En God liet Job niet langer klagen

Maar gaf antwoord op zijn vragen

Nee, niet zoals Job het had verwacht

God deed het met betoon van kracht

 

"Waar was je Job, toen Ik de aarde schiep

En uit niets alles tot aanzijn riep

Kan jij de grenzen bepalen en de diepte der zee

En de ganse scheppingsdrang wat doe jij daarmee?

 

Wil je nog steeds redetwisten over mijn bestel

Je bent als een stofje op de weegschaal begrijp dit wel

Het sterven is in mijn hand, maar ook het leven

Ik ben almachtig  een heilig gegeven"

 

Toen antwoordde Job geheel ontdaan

"God ik wil niet verder gaan

Ik leg mijn vingers op mijn lippen

Zodat niets onbedachtzaams kan ontglippen

 

Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen

Nu ben ik zelf met U in aanraking gekomen

Mijn opstandigheid is zeer te betreuren

En dit zal niet meer gebeuren"

 

Job bad nu ook voor zijn vrienden

Die eigenlijk een zware straf verdienden

Zij hadden Jobs lijden verkeerd geïnterpreteerd

En zodoende Job erg bezeerd

 

Er werd nu geen vonnis meer geveld

En Job werd weer in ere hersteld

Hij kreeg opnieuw wat hij had verloren

En voelde zich in ware zin herboren

 

(nabeschouwing)

Zou dit happy-end ook kunnen werken

Na het lijden in onze kerken?

Dan klinkt ons lied weldra weer

Duizend, duizend maal dank, o Heer

 

I.B.K.

vrijdag 7 maart 2008

PAULUS: VAN CHRISTENVERVOLGER TOT CHRISTENBELIJDER

Paulus, ik zeg het maar gewoon

Was in wezen een markant persoon

Hoewel zijn pad niet over rozen is gegaan

Had hij een boeiend en glansrijk bestaan

Tot in zijn diepste vezel was hij Jood

Was daarmee ook verbonden tot de dood

Toch is hij een apostel der heidenen genoemd

En als zodanog werd hij ook beroemd

 

Vroeger was hij een vervolger van het christendom

Maar God keerde hem wel 180 graden om

Toen hij op weg was om christenen gevangen te nemen

Is God hem op die weg verschenen

Hij werd overvallen door een groot fel licht

Viel voorover op aarde en had geen zicht

Een stem sprak: "Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij?"

Saul sprak: "Wie zijt Gij Heer, sta mij nabij"

 

En inplaats van met opgeheven vaan

Moest Saul als een blinde verder gaan

Na drie dagen in het duister te hebben vertoefd

(hij was innerlijk zeer bedroefd)

Kwam Annanias, deze was door God aangewezen

Paulus bij te staan, van zijn blindheid te genezen

Zo werd Saulus veranderd, door God uitverkoren

Om ook bij Christus te mogen horen

 

Als zendeling mocht hij nu door het leven

Mensen tot God te keren was nu zijn streven

Zijn predik-opdracht heeft hij ook vervuld

Getroost, vermaant, met eindeloos geduld

Hij was vurig van Geest en had een scherp verstand

Als een begenadigd mens reisde hij door het land

Hoewel het lijden hem niet gespaard is gebleven

Mocht hij zelfs aan zijn lijden vreugde beleven

 

Hij mocht het Evangelie jaren vertolken

Aan al de heidenvolken

Door de wereld ging het Woord

En dat Woord wordt nog steeds gehoord

Want al lijkt Europa nu nog in te dommelen

Ik hoor de donder in de verte rommelen

Want na een dal, een flinke storm

Kan er een opleving komen enorm

 

Want God zal hen ook bekeren

Die vandaag chistenen nog willen weren

En u hebt het vast nu wel door

Wat achteraan was, komt straks voor.

donderdag 6 maart 2008

LIJDEN EN DOOD

Waarom lijden en dood?

 

Wij horen het voor de nieuwsberichten

Ook rondom moeten wij er voor zwichten

Oorlog, ziekte confrontatie met de dood

Het verdriet is daarom ontzettend groot

Waarom o God, moet dit gebeuren

Waarom is ons leven zo vol treuren?

Sommigen geven God de schuld daarvan

Roepen naar Boven of het niet wat anders kan

 

Aan het begin van de schepping was het zo niet

Er was enkel vreugde en geen verdriet

Adam en Eva gingen met God om als vriend

Dachten dat zij dit ook hadden verdiend

Maar God heeft hen op de proef gesteld

Dit wordt in het begin van de Bijbel verteld

Van alle bomen in de hof mag je eten

Behalve van de boom van kennis van goed en kwaad

Die in het midden van de lusthof staat

 

Helaas vergaten de eerste mensen Gods gebod

De dood zou hierop volgen, dat was hun lot

En ik zeg het nu in 't kort even

Uit het Paradijs zijn ze weldra verdreven

De gemeenschap met God leek nu verleden tijd

Toch heeft God de schepping van die vloek bevrijd

Hij zond Zijn Zoon om de straf te dragen

Zo kreeg de mens weer eeuwigheidswaarde

En al wij dit geloven en belijden

Zal God ons allen weer bevrijden

 

 

 

 

 

 

 

 

GIJ ZULT NIET ECHTBREKEN

 

Dit is een van de tien geboden van God

Velen hebben geen weet van dit gebod

Zij scheiden in het huwelijk en daarbuiten

En de een kan naar de ander fluiten

Je voor inspannen tot je niet meer kunt

Is niet iedereen gegund

 

Zo lopen er veel kinderen met een trauma rond

Dit maakt de maatschappij beslist  niet gezond

Bastaard kinderen zijn er bij de vleet

Och het hoort bij dit leven, is tegenwoordig een kreet

Men haalt de schouders er over op

En zegt: vrijheid blijheid staat aan de top

 

Echtbreken kan in veel variaies voorkomen

Heb ik laatst via de teve vernomen

40 jaar  getrouwd en dan weer een andere man

Of een  andere vriendin ja ook dit kan

Het gebod echtbreken heeft men niet verstaan

Of men verwijst het gewoon naar de maan

 

Wie in deze tijd ''trouw'' in het vaandel heeft

Mag zich geukkig prijzen dat hij leeft

En tot slot:

Trouwen is geen kinderspel

Die getrouwd zijn weten het wel.

maandag 3 maart 2008

HET WETEN WAARD

 

MARXISME, LIBERALISME

COMMUNISME  HINDEISME

MOHAMMEDANISME

Moet je met een altruisme wel verdragen

Maar je moet het christendom er niet aan wagen